Vervolgens werden op verzoek van C.-Loosduinen de veilinggebouwen naar vij anden doorzocht. 1) Om 11.30 arriveerde 7-2 Dep.Bat. (zonder de op bevel van C.-R.Gr. reeds per auto vooruit gezonden sectie) te Loosduinen. Zij ging op verzoek van C.-Loos duinen over tot het zuiveren van de straten ter weerszijden van Emmastraat en Wilhelminastraat, terwijl zij tevens de wacht bij de W.S.M.garage versterkte. Met uitzondering van enig vuur dat in de Prins Hendrikstraat werd ontvangen, verliep een en ander zonder dat iets van vijand werd bemerkt. De gevechten om Loosduinen waren hiermee op 10 Mei geëindigd. Thans rest ons nog een beschrijving te geven van de uitvoering der overige maatregelen ter bestrijding van de bij Ockenburg gelande vijand, welke ten slotte leidden tot de herovering van het vliegveld. De verdere maatregelen tegen de bij Ockenburg gelande vijand I-R.Gr. en 1-2 R.A. Bij I-R.Gr., gelegerd ter weerszijden van de Sportlaan, werd omstreeks 4.15 het alarmbevel van C.-R.Gr. ontvangen. Het naar beneden doorgeven van dit bevel geschiedde blijkbaar niet volledig, aangezien het bij 3-I-R.Gr. volgens de C.C. in het geheel niet werd ontvangen en alarmering aldaar plaats vond op eigen initiatief. Volgens diens persoonlijke verklaring, nam C.-I-R.Gr., van Meer en Bos uit, waarheen hij zich omstreeks 5.00 per rijwiel had begeven, het landen van parachu tisten bij Ockenburg waar, hetgeen hij, na terugkomst op zijn cp. aan de Laan van Poot, telefonisch deed melden aan C.-R.Gr. te Loosduinen. Korte tijd daarna, omstreeks 5.20, zou daarop door zijn bataljonsadjudant de telefonische order van de R.C. zijn ontvangen, een compagnie in te zetten tegen Ockenburg, welke order tien minuten later zou zijn gevolgd door een bevel voor het inzetten van nog een compagnie. C.-R.Gr. ontkent echter ten stelligste, dat dergelijke orders door of namens hem zouden zijn gegeven. Hij verklaart aan C.-I-R.Gr. te hebben bevolen, het vliegveld te heroveren door met zijn bataljon een aanval te doen uit de richting van Meer en Bos a cheval van de Laan van Meerdervoort, met twee compagnieën rechts en een compagnie links. Volgens de regiments-adjudant zou deze dit bevel persoonlijk om 5.20 telefonisch hebben verstrekt aan C.-I-R.Gr. Laatstgenoemde ontkent dit. 2) 71 1) Het gevechtsverslag van C.-4-13 Dep.Bat. vermeldt niet dat hier nog Duitsers werden aangetroffen. 2) Wie hier gelijk heeft is niet meer met zekerheid vast te stellen. Dat C.-R.Gr. reeds om 5.20 bevel zou hebben gegeven het vliegveld te heroveren is niet erg waarschijnlijk, daar op dat tijdstip welis waar reeds parachutisten buiten het vliegveld waren geland en de vliegveldbezetting door boord- wapens van vliegtuigen was bestookt, doch de eerste Duitse vliegtuigen nog maar juist begonnen te landen. Wellicht is de regiments-adjudant hier abuis en heeft hij op dat uur uitsluitend aan C.-I-R.Gr. opgedragen, de vliegveldbezetting te versterken of te hulp te snellen, waarna hij pas omstreeks 6.00 het toen door C.-I Div. gegeven bevel tot herovering van het vliegveld aan C.-I- R.Gr. heeft verstrekt. Of het achtereenvolgens inzetten der compagnieën van 5.30 af is geschied op last van C.-R.Gr. of op initiatief van C.-I-R.Gr. is niet meer vast te stellen. Een ingesteld onderzoek heeft daaromtrent geen opheldering gegeven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 89