C.-I Div. gaf deze opdracht omstreeks 6.30 door aan C.-R.Gr., aan wie hij tevens berichtte, dat I-R.J., waaraan opdracht was gegeven naar Loosduinen op te rukken, onder zijn bevel werd gesteld, teneinde met dit bataljon het vliegveld uit Z.W.richting aan te vallen. Voor C.-R.Gr. was het toen dus zaak, de aanval van I-R.J. te coördineren met de reeds door hem gelaste actie van I-R.Gr. Allereerst echter baarden hem de berichten omtrent de voortgezette landingen van transportvliegtuigen op het vliegveld grote zorg. Het inzetten van 47 C.Pag. had hieraan geen einde gemaakt, terwijl het zijns inziens zeer de vraag zou zijn of 47 C.Mr. en 47 Bt. 6 veld in dit opzicht meer succes zouden hebben. Hij vroeg daarom aan C.-I Div. machtiging om te mogen beschikken over 1-2 R.A., gelegerd te Poeldijk, teneinde deze afdeling vuur te laten brengen op het vliegveld. Deze machtiging werd verleend, waarna C.-I-2 R.A. op de cp. van C.-R.Gr. te Loosduinen werd ontboden. In onderling overleg werd door beide commandanten overeengekomen dat de afdeling, aangezien grote spoed geboden was, nabij Poeldijk in stelling zou komen en vandaar uit het vliegveld onder vuur zou nemen. Reeds om 8.00 stond 1-2 R.A. in stelling nabij het patronaatsgebouw te Poeldijk, terwijl een waarnemingspost, bestaande uit een officier met twee U.K.G.posten, was geplaatst op de watertoren nabij kp. 8 aan de Monsterse weg, vanwaar het noordelijke gedeelte van het vliegveld goed kon worden ingezien. Kort na 8.00 werd met de le Batterij (de andere twee waren nog niet gereed) ingeschoten, waarna enige minuten uitwerkingsvuur op de zich op het vliegveld bevindende vliegtuigen en troepen volgde. Vervolgens werden 2e Batterij en 3e Batterij (respectievelijk midden- en linkerbatterij) ingeschoten. Toen dit was geschied volgden enige vuurstoten met de gehele afdeling. Het vuur lag goed en de verbinding tussen waarnemingspost en Afd.C. werkte uitstekend. Spoedig werden op het veld brandende toestellen waargenomen. Telkens wan neer vliegtuigen boven het terrein verschenen, werd door de gehele afdeling een kort snelvuur afgegeven, waardoor landing voorkomen werd. Inmiddels was de opstelling van de afdeling door de vijand ontdekt en volgden aanvallen van laag dalende vliegtuigen, die een hevig mitrailleurvuur openden. Terwijl de voor luchtafweer ingedeelde mitraillisten de vijandelijke vliegtuigen moedig bleven bevuren, dekten de bedieningsmanschappen zich in de haastig gegraven schuilplaatsen. Verliezen werden niet geleden. Tijdens de vuurpauzen werd getracht batterijgewijs gegevens te bepalen op de Wijndaalderswoning. Teneinde een U.K.G.verbinding tot stand te brengen tussen cp.-C.-I-2 R.A. en cp.-C.-R.Gr. waren een korporaal en drie man per auto van Poeldijk naar Loosduinen vertrokken. De auto werd echter Z.O. van Loosduinen (bij Dekkers- 74 Het is niet bekend of C.-R.Gr. zijn D.C. omtrent de reeds aan I-R.Gr. gegeven opdracht heeft ingelicht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 92