Zonnebloemstraat, bereikte langs de Pioenweg de Laan van Meerdervoort en volgde deze tot Meer en Bos. Tijdens deze verplaatsing bestookten vijandelijke vliegtuigen enige malen de manschappen der compagnie, die langs beide zijden van de brede Laan van Meerdervoort liepen. De C.C., die ter verkenning vooruit was gegaan, stelde vast, dat de eigen troepen in Meer en Bos in gevecht waren met vijand bij de Wijndaalderswoning e.o. en dat dus verplaatsing zijner com pagnie langs de Kijkduinse straat naar de Monsterse weg uitgesloten was. x) Hij liet daarom rechtsomkeert maken en koos als marsweg de Nieuwe Slag - Haagweg, zodat de compagnie omstreeks 10.00 Loosduinen bereikte, waar zij dadelijk moest optreden tegen binnengedrongen vijand (zie blz. 69). C.-I-R.Gr., die zich, nu zijn bataljon in zijn geheel was ingezet, uiteraard belast zag met de daadwerkelijke leiding van de aanval op het vliegveld, begaf zich om streeks 8.45 naar Meer en Bos en constateerde daar dat de eerst ingezette poging om naar Ockenburg op te rukken was mislukt door vijandelijk mitrailleurvuur en vermoedelijk tevens door eigen artillerievuur. Hij besprak de toestand met enige S.Cn. en met een of beide C.Cn. en zegde toe, de aandacht te zullen vestigen op de ondervonden hinder van het eigen artillerievuur. Na enige tijd te Meer en Bos te zijn gebleven, vertrok hij langs de Nieuwe Slag naar Loosduinen om de gewijzigde opmars zijner le Compagnie gade te slaan. Op de cp. van C.-Loosduinen (C.-47 C.Pag.) vernam hij, dat 1-I-R.Gr. zich in de onmiddellijke nabijheid in gevecht bevond en dat hij dus ter plaatse ernstig gevaar liep. Hij keerde daarop, zonder nadere aanwijzingen te verstrekken aan C.-l-I-R.Gr., terug naar zijn cp. aan de Laan van Poot, vanwaar hij zich even later (kort voor 11.00) wederom begaf naar Meer en Bos. 2) Omstreeks 11.00 waren zowel C.-R.Gr. als C.-I-R.Gr. aldaar aanwezig en gaf laatstgenoemde aanwijzingen voor de hergroepering van de compagnieën, die onder invloed van de voortdurende vijandelijke luchtaanvallen met boordwapens, het eigen artillerievuur op Wijndaalderswoning e.o. en het vuur van vijandelijke mortieren in verwarring geraakt en dooreen gemengd waren. Bovendien moest een zo juist aangekomen depotcompagnie (4-2 Dep.Bat.; zie hierna) bij zijn bataljon worden ingedeeld. Ten slotte bleef 2-I-R.Gr., versterkt met de sectie zware mitrailleurs, rechts opgesteld en 3-I-R.Gr., versterkt met 4-2 Dep.Bat., links, ter weerszijden van de Laan van Meerdervoort. 76 v) Als C.-I-R.Gr. inderdaad, zoals de C.C. verklaart, als marsweg de Laan van Meerdervoort Kijkduinse straat Ockenburgstraat heeft opgegeven, dan blijkt daaruit, dat de B.C. om 8.00 niet op de hoogte was van de toestand bij de 2e en 3e Compagnie van zijn bataljon. 2) Volgens de regiments-adjudant was C.-R.Gr., die door C.-I L.K. persoonlijk aansprakelijk was gesteld voor de spoedige herovering van het vliegveld Ockenburg, tussen 10.30 en 11.00 in Meer en Bos, waar hij tot zijn verbazing de B.C. niet aantrof en waar ook geen bataljonscommandopost ingericht bleek te zijn. Toen hij aldaar vernam, dat de cp. gevestigd was gebleven op het bureau aan de Laan van Poot, zou hij zich daarheen hebben begeven en de B.C. vandaar hebben mede genomen naar Meer en Bos, hem opdragende de aanval persoonlijk te leiden. C.-I-R.Gr. ontkent dit. Opgemerkt wordt, dat voor zover bekend, geen telefonische verbindingen binnen het bataljon tot stand zijn gebracht, zodat de commandovoering ook in dit opzicht alles te wensen zou hebben gelaten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 94