De troep was volgens C.-IV Div. door artillerievuur en luchtbombardementen gedemoraliseerd en hij verzocht met nadruk, de divisie af te lossen. Brigade B verzamelde te Vreeswijk en zou zo spoedig mogelijk IV Div. aflossen. Zoals later zal blijken, was dit bij II L.K. verkregen overzicht niet geheel over eenkomstig de werkelijke toestand. De C.V. besloot, IV Div., nadat deze achteruit zou zijn gebracht, weder op sterkte te brengen met de IJsseltroepen, die zich te Woerden bevonden, terwijl aanvulling met vuurmonden aan de O.L.Z. werd gevraagd, die toezending van 8 vuurmonden toezegde. Van III en IV L.K. kwamen berichten binnen, dat het Oostfront was bezet. In de Groep Utrecht leverde de indeling van VIII Div. moeilijkheden op in verband met de oorspronkelijke andere verdeling van de Groep Utrecht, welke moeilijkheden na tussenkomst van de C.V. werden opgelost. C.-III L.K. voerde het bevel over zijn L.K., Brigade A en de Groep Merwede. Er kwamen berichten binnen, dat sterke vijandelijke pantsercolonnes over Moerdijk oprukten naar Rotterdam. Het terugtrekken van Lt.Div. achter de Merwede, waar zij zich ter verdediging inrichtte, leidde, wat de treinen betreft, tot grote verwarring met de treinen van III L.K. Omstreeks 10.00 stelde C.-III L.K. aan de C.V. voor, de Lt.Div. onder zijn bevel te stellen, waardoor betere bevelsverhoudingen in de Alblasserwaard zouden worden geschapen. De C.V. deelde mede, de goedkeuring van de O.L.Z. te zullen vragen en gaf bevel, in afwachting daarvan te handelen, alsof zij reeds was ver leend. Deze toestemming is niet meer verleend en C.-Vg.Holland, onder wiens bevel de Lt.Div. stond, is hiervan onkundig gebleven. Omstreeks 14.45 vroeg de C.V. namens de O.L.Z. aan C.-III L.K., of het hem mogelijk zou zijn, een gedeelte van het front van de Lt.Div. over te nemen, daar C.-Vg.Holland uit de meldingen van C.-Lt.Div. de indruk had, dat deze het front tot Sliedrecht niet zou kunnen houden. Uit een bespreking met C.-Lt.Div. kwam toen een regeling tot stand, waarbij de Lt.Div. haar front behield, doch III L.K. enige versterking zou zenden. Zoals reeds is medegedeeld, waren bevelen in uitvoering voor brugslag bij Schoonhoven en Ameide. Er kwam plotseling een bericht binnen, dat Duitse pantserstrijdkrachten in de Alblasserwaard waren binnengedrongen en dat C.-III L.K. hier een front, ter dekking van zijn rug, had gevormd. Dit bericht was aanleiding, de brugslag bij Schoonhoven en Ameide stop te zetten, doch met de bepaling, dat bij Schoon hoven de brugdelen in verspreide opstelling moesten worden gereed gehouden, teneinde brugslag zo nodig onmiddellijk te kunnen hervatten. In de loop van de morgen had op het werk Griftenstein, gelegen vóór Utrecht op de weg naar De Bilt, enige paniek geheerst, waarbij onderdelen van 11-14 R.I., die zich daar bevonden, hun stellingen hadden verlaten. Door persoonlijk in grijpen van de Commandant van Groep Utrecht en zijn chef van de staf waren deze onderdelen weder naar hun stelling gezonden. 90

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 114