Slechts wordt hier vermeld, dat het Veldleger tussen 21 en 25 Mei oostwaarts
werd verplaatst, dat na 22 Mei 50 van de aanwezige sterkte met groot verlof
werd gezonden, op 4 Juni uitgebreid tot allen, die werk hadden of in hun onder
houd konden voorzien en dat met ingang van 22 Juni het H.K.V. werd opgeheven.
Op 23 Mei gaf de C.V. de volgende dagorder uit:
94
DAGORDER
VOOR HET NEDERLANDSCHE VELDLEGER
Het besluit van den Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht, de Wapens te strekken teneinde
vernieling van onze groote steden en verder bloedvergieten van de bevolking te voorkomen, heeft
aan de krijgsverrichtingen een einde gemaakt.
Hoezeer dit besluit in zijn droeve noodzakelijkheid ons allen heeft geschokt, hebt gij U daarbij
zij het met bloedend hart neergelegd, niettegenstaande het Veldleger niet was verslagen en
tot nieuwen hardnekkigen strijd gereed stond en bereid was.
Nu een groot deel Uwer huiswaarts keert, voel ik mij geroepen allen, die hun plicht hebben
gedaan hiervoor te danken.
Hulde breng ik daarbij in het bijzonder aan die troepen, die in zwaren strijd tegen overmachtigen
vijand onwrikbaar hebben stand gehouden, tot zij, dikwijls tot den laatsten man en met het wapen
in de hand vielen of hun werd bevolen terug te gaan.
De Grebbeberg in het bijzonder, zal tot in lengte van dagen voor verscheidene onderdeden
die daar streden, een monument vormen van de onversaagdheid en den moed van hen die plicht
en eer stelden boven hun leven.
Soldaten van het Veldleger. Gedurende bijna tien maanden hebt gij gewaakt voor onze hoogste
belangen. Uw Koningin is U dankbaar; het Vaderland eert hen die vielen en is trots op hen die
dapper streden.
Hoofdkwartier van het Veldleger, 23 Mei 1940.
De Luitenant-Generaal,
Adjudant in B.D. van H. M. de Koningin,
Commandant van het Veldleger,
J. J. G. Baron van Voorst tot Voorst