bijzonder, wat de strijd om de Grebbeberg betreft, uitvoerig aanvullend onderzoek heeft gedaan, waardoor tal van zaken, die tot dusverre niet duidelijk waren, konden worden opgehelderd. De beschrijving is daarna in samenwerking tussen generaal-majoor tit. b.d. V. E. Nierstrasz en luitenant-kolonel de Klerck voortgezet en na vertrek van laatst genoemde voltooid door generaal-majoor Nierstrasz, die voor de weergave der feiten, de redactie en de samenstelling van het boekwerk de verantwoordelijkheid draagt. Wat het optreden van de Duitsers betreft, kon geput worden uit de dagboeken van X A.K. en de daarbij ingedeelde 207e en 227e Divisie, waarvan in 1952 en 1953 microfilms werden ontvangen van het Department of the Army te Washington. Uit de uitgebreide gegevens was aldus een vrij juiste reconstructie der gebeurte nissen, wat de hoofdzaken betreft, mogelijk, doch in vele opzichten is het bronnen materiaal van dien aard, dat onjuistheden niet uitgesloten kunnen worden geacht. Toen het boek gereed was, werden aan de Krijgsgeschiedkundige Afdeling een groot aantal luchtfoto's toegezonden van het gehele stellinggebied van II L.K., die tijdens de bezetting door een officier van het H.K.V. zo goed waren opge borgen, dat hij het bestaan was vergeten. Deze foto's zijn begin April 1940 genomen. Die van het stellinggebied van IV Div. waren niet geschikt, om daarvan een volledig mozaïek samen te stellen, zodat daarvan enkele foto's zijn gereproduceerd, die als toelichting op het hierna genoemde luchtoverzicht Nr. 1 kunnen dienen. Van enige gedeelten van het stellinggebied van II Div., die zich daartoe leenden, zijn de los bijgevoegde luchtoverzichten Nr. 2, 3 en 4 kunnen worden ver kregen door de medewerking van de Fotodienst van de Kon. Luchtmacht. Door de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat te Delft werd een lucht overzicht (voorzien van vierkanten net) van een deel van het stellinggebied van IV Div. en Brig. A ter beschikking gesteld, waaruit gedeelten door bovengenoemde Fotodienst zijn samengesteld en als luchtoverzichten Nr. 1 en 5 zijn opgenomen. Bij de beschrijving is er naar gestreefd, de verschillende bevelsinstanties (C.V., L.K.Cn., D.Cn.) afzonderlijk als een geheel te behandelen, waardoor naar voren kwam, welk inzicht de bevelhebbers op de beslissende momenten hadden en wat hen tot de genomen besluiten bracht. Het nadeel hiervan, dat noodgedwongen hier en daar in herhalingen moest worden getreden, moest daarbij in de koop worden genomen. Het is noodzakelijk, op het volgende te wijzen. Hoewel bij de beschrijving der gebeurtenissen getracht is, de gebeurtenissen zo objectief mogelijk te boek te stellen en de motieven, die de verschillende com mandanten tot hun besluiten of bevelen brachten, te vermelden zonder commen taar van de bewerkers, was dit laatste toch niet geheel te vermijden in verband met de aard van verschillende besluiten en het verloop der gebeurtenissen. De kritiek, die daarin hier en daar verscholen mocht zijn, vormt niet een offi ciële critiek van de huidige legerleiding, doch komt voor rekening van de laatste be werker. vil

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 11