een eventuele afmars werden getroffen en omstreeks 5.00 werden kwartiermakers afgezonden. Te 6.15 werd aan alle ondercommandanten bevolen, de verzegelde enveloppen te openen met de mededeling, dat Dag D., uur U was 10 Mei 8.30. C.-Lt.Div. vernam op dit tijdstip, dat 2 R.H.M. een bijzondere opdracht in de Peel-Raamstelling had ontvangen en uit het verband der divisie was gelicht. De chef van de staf der divisie nam telefonisch contact op met de commissaris van politie te Rotterdam, teneinde zijn medewerking in te roepen bij de doormars van het gemotoriseerde gedeelte door Rotterdam. Ter voorbereiding van die doormars was de commandant van het detachement politietroepen reeds met enig personeel naar Rotterdam vooruitgezonden. Tijdens dit telefonisch onderhoud ver nam de chef van de staf, dat te Rotterdam werd gestreden en dat de bruggen over het Hollandsch Diep in handen waren van de Duitsers. Er werd hierop door de divisie-commandant onmiddellijk gereageerd door aan de onderdelen, welke de Moerdijkbrug moesten passeren, andere opdrachten te geven. Aan deze onderdelen werd opgedragen, de marsweg van 1 R.W. te volgen en derhalve over de bruggen bij Drongelen en Brakel te trekken, behoudens K.R.A., hetwelk aanvankelijk de marsweg van 2 R.W. moest volgen, de Maas bij Keizers- veer overschrijden en vervolgens ter vermijding van de veren bij Gorinchem naar het O. moest afbuigen en over Dussen, Eethen, Neerandel naar de brug bij Brakel moest rijden. De terugtochtsbeweging werd hierdoor uitermate gecompliceerd. Niet alleen werd het aantal marswegen van drie op twee teruggebracht, doch langs deze beide wegen en over de daarin voorkomende juk(schip)bruggen moesten thans onder delen met verschillende snelheden marcheren. Het aantal auto's, dat over de juk- brug bij Drongelen, die het zwaarste werd belast, moest rijden, werd met ruim 250 verhoogd en daarmede gebracht op ruim 375. Een dergelijk aantal auto's beslaat, met normale afstanden rijdende, een totale lengte van 10 km en zou dan indien zich geen enkele wrijving zou voordoen 1 uur en 40 minuten nodig hebben om de brug te passeren. Met het oog op het luchtgevaar werd echter gereden met grote afstanden in de colonnes, zodat de totale lengte vele malen groter werd. Deze lange autocolonnes, waarbij nog kwamen de wielrijders en de motor rijders van de regimenten wielrijders en het K.R.A., moesten de meergenoemde bruggen en veren bij daglicht passeren onder de dreiging van het in de lucht oppermachtige Duitse luchtwapen en de bescherming van de grond af was slechts zwak. Omstreeks 10.00, 1 uur nadat de beweging was begonnen, ontving C.-Lt.Div. - die zich met zijn staf nog te Boxtel bevond - van C.-III L.K., namens de O.L.Z., telefonisch de opdracht, die bij de C.V. per telex als volgt was ontvangen. 113 „Brug bij Moerdijk in Duitse handen. In verband hiermede zal Lt.Div. niet gaan naar Moerdijk doch over Keizersveer en Heusden naar Gorinchem e.o. en aldaar onder de bevelen van C.-Vg.Hol- land treden, teneinde zo nodig te worden ingezet voor bezetting van het Merwedefront van Gorin chem tot Dordrecht. Een R.W. moet zo spoedig mogelijk naar Gorinchem."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 137