met zeer geringe verliezen N. van de Waal te brengen. Door de troepen was daarbij een afstand van 80-100 km in omstreeks 10 uur afgelegd. Van rust zou echter weinig sprake zijn. C.-Lt.Div. had zich, na het bevel te hebben uitgegeven tot het bezetten van de noordelijke Merwede-oever, aanvankelijk met zijn gevechtsstaf begeven naar het snijpunt van de kunstwegen 's-Hertogenbosch-Tilburg en Moergestel-Udenhout, teneinde hier regelend op te treden en reed vervolgens langs de oostelijke marsweg naar de nieuwe commandopost te Molenaarsgraaf. Hier vond hij een officier, gezonden door de kantonnementscommandant te Gorinchem. Deze had telefonisch van C.-Vg.Holland een voor C.-Lt.Div. be stemd bevel ontvangen, met verzoek dit aan laatstgenoemde commandant door te geven x). Dit bevel hield in, om in de richting IJsselmonde op te rukken en de te Waalhaven gelande vijand aan te grijpen. Een bataljon wielrijders moest ter beschikking worden gesteld van de kantonnementscommandant te Dordrecht. C.-Lt.Div. stelde zich daarop telefonisch in verbinding met C.-Vg.Holland, die de gegeven opdracht herhaalde en met nadruk op het grote belang daarvan wees. Enige tijd later deed C.-Vg.Holland de C.-Lt.Div. nog mededelen, dat het vlieg veld Waalhaven in de nacht van 10/11 Mei dooi Engelse luchtstrijdkrachten zou worden gebombardeerd, welk bombardement te 2.20 zou zijn geëindigd. De verdere handelingen van de Lichte Divisie zijn opgenomen in de beschrijving van de operaties op het Zuidfront-Vg.Holland, zodat wij de divisie thans ver laten 2). Aangetekend zij nog, dat de Herstellingsploeg, die gelegerd was te Eindhoven, geen bevel voor afmars heeft ontvangen en toen het, na vruchteloos telefoneren en uitzenden van ordonnansen, de commandant duidelijk was geworden, dat de Lt.Div. was vertrokken, is hij met zijn afdeling naar 's-Hertogenbosch gereden. Toen hij ook daar niet te weten kon komen, waar de Lt.Div. zich bevond, trok hij naar Utrecht, waar hij onderdak vond in de Hojelkazerne. Op 12 Mei kwam hij er achter, dat de Aut.Comp., waarbij hij in onderhoud was geweest, zich te Graafland bevond en hij begaf zich (zonder zijn Afd.) daarheen. Na telefonisch oveileg met C.-Lt.Div. ontving hij opdracht, voorlopig te Utrecht te blijven. Op 13 Mei is de afdeling daarop naar Haarlem (Depot Motordienst) verplaatst. 117 x) Het was C.-Vg.Holland, die niet over radioverbinding met C.-Lt.Div. beschikte, niet mogelijk geweest deze laatste gedurende de verplaatsing van Boxtel naar Molenaarsgraaf te bereiken. Voorts was het C.-Vg.Holland onbekend, dat de Lt.Div. tengevolge van het geschetste misverstand reeds bezig was de Merwede te bezetten. 2) De krijgsverrichtingen op het Zuidfront-Vg.Holland zijn gepubliceerd in de Militaire Spectator 1946, blz. 347 t/m 414; 1947, blz. 7 t/m 15, 118 t/m 128, 180 t/m 193, 240 t/m 253, 300 t/m 308, 358 t/m 365, 420 t/m 426, 480 t/m 488, 546 t/m 556 en 684 t/m 693; 1948, blz. 16 t/m 24, 74 t/m 82, 200 t/m 210, 273 t/m 282, 328 t/m 337, 389 t/m 395, 454 t/m 462, 507 t/m 515, 573 t/m 581, 626 t/m 634 en 690 t/m 702; 1949, blz. 3 t/m 8, 135 t/m 141 en 186 t/m 197. Het ligt in de bedoeling, een verkorte beschrijving hiervan op te nemen in Deel 4, De Strijd om en in de Vesting Holland.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 141