de gedempte Maasarm) en vervolgens naar het punt tegenover Megen, waar de
verlegde Maas de oude bedding verlaat.
Daarvóór bevond zich een inundatie, die een 2 km breed acces vrij liet langs de
Waal en een smal acces langs de Maas, terwijl in het midden langs de Broeksche
Leigraaf een smalle weg door de inundatie leidde.
De voorposten sloten de accessen af, in het N. tussen Afferdcn en Druten, in
het Z. in de oostrand van Appeltern, terwijl in het midden een sectie op voor
posten stond te Horssen en Molenhoek.
De inundatie moest worden uitgebreid door inlaat van water uit het Maas-
Waalkanaal, waartoe een coupure in de westelijke dijk van dat kanaal was voor
bereid, die bij het uitbreken van de oorlog op nader bevel moest worden gesteld.
De stelling had een linie van kazematten in de frontlijn, doch bestond overigens
uit veldversterkingen.
Zij was ingedeeld in twee vakken met als scheidingslijn de Broeksche Leigraaf,
waarvan het noordelijke vak door de brede begaanbare terreinstrook het belang
rijkste was en dan ook door een regiment (min twee compagnieën) was bezet,
terwijl het zuidelijke werd verdedigd door een versterkt bataljon.
De bezetting was als hieronder aangegeven.
Zuidvak (Vak Altforst).
111-29 R.I., versterkt met twee sectiën zw.mitr. van 1-24 R.I., twee sectiën van
10 M.C., een stuk van 24 Bt. 6 veld, een sectie van 24 C.Mr. en een sectie van
29 C.Pag.
Noordvak (Vak Puiflijk).
24 R.I. (min brigade-reserve, twee sectiën zw.mitr., een stuk 6 veld en een
sectie mortieren), versterkt met 10 M.C. (min drie sectiën).
Brigadereserve.
1-24 R.I. (min 2e Comp. en M.C.), versterkt met een sectie van 10 M.C., op
gesteld achter het noordvak.
De onderverdeling der vakken was:
Vak Altforst, 111-29 R.I.: 2e (rechts) en le Comp. bevonden zich met toege
voegde zware wapens in de frontlijn, terwijl de versterkte 3e Comp. (min twee
sectiën voorposten) midden in het vak op 500 m achter de frontlijn was opgesteld.
De voorposten bestonden uit een sectie met een stuk pag. te Appeltern en een
sectie te Horssen (2 groepen) en Molenhoek (1 groep).
Vak Puiflijk, 24 R.I.: van zuid naar noord waren III en 11-24 R.I., beiden met
toegevoegde wapens, opgesteld, terwijl 2-1-24 R.I., versterkt met een sectie zw.
mitr. en een sectie pag., zich op voorposten bevond.
1-24 R.I. (min 2 en M.C.), versterkt met een sectie-10 M.C., was als brigade
reserve daarachter opgesteld.
119