Waalkanaal, waaraan onderdelen van 3-4 R.H. medewerkten. Ook waren de pioniers behulpzaam bij de uitvoering van opruimingen vóór de stelling De brigadecommandant ontving nu berichten omtrent het optreden van de Duitsers aan het Maas-Waalkanaal, waaruit hem duidelijk werd, dat de bruggen in het vak van 11 G.B. (noordelijk bataljon) waren vernield, dat de bruggen bij Heumen, Malden en Hatert in handen van de vijand waren gevallen en vervolgens te 6.40, dat de brug bij Malden was heroverd en vernield en dat om de beide andere bruggen werd gevochten. Te 5.00 had hij opdracht aan C.-3-4 R.H. gegeven, zich met zijn eskadron naar Leeuwen te begeven 1). Terwijl het eskadron onderweg was, gaf de brigadecommandant echter opdracht, om het beschikbare deel van het eskadron, onder bevel van de oudste luitenant, te zenden naar C.-Groep Maas-Waal te Wychen, terwijl de E.C. zelf zich bij hem moest melden. Het gevolg hiervan was, dat de oudste luitenant naar Wychen ver trok met drie pelotons (min 3 groepen), de E.C. en de trein, waarbij het 3e Peloton, naar Leeuwen reed, terwijl drie groepen nog elders waren voor het uitvoeren van de vernielingsopdrachten (zie hierna). In de morgen is de coupure in de dijk van het Maas-Waalkanaal gesteld, waardoor de inundatie werd opgevoerd. De berichten omtrent de strijd aan het Maas-Waalkanaal waren verschillend, doch te 13.00 was het duidelijk, dat de Duitsers bij Heumen vaste voet op de westelijke kanaaloever hadden en bij Hatert zelfs op geruime afstand ten W. van het kanaal verschillende punten hadden bezet. Ieder ogenblik kon een doorstoten van Duitse troepen over het kanaal worden verwacht en de brigadecommandant nam het voorstel van de C. van de Groep Maas-Waal over, om de Groep te doen teruggaan. Hij deed een desbetreffend verzoek aan de C.V., die aanvankelijk be sliste, dat moest worden stand gehouden, doch te 13.30 bevel gaf, de Groep Maas- Waal vertragend te doen teruggaan op de Maas-Waalstelling, die niet voor 24.00 mocht worden doorschreden. Naar aanleiding daarvan bepaalde de brigadecommandant, dat 1-26 R.I. en 11 G.B. moesten terugtrekken over Druten en 3-4 R.H. over Batenburg. Het bevel is door C.-I-26 R.I. niet juist uitgevoerd, want deze is over Batenburg in plaats van over Druten teruggetrokken. Tengevolge van het te vroeg sluiten van de hindernissen bij de voorposten ten O. van Druten moest 11 G.B. een deel van zijn materieel achterlaten of vernielen. Het verloop van zaken is nu geweest, dat de treinen reeds in de loop van de middag te Leeuwen zijn aangekomen, later over de Waal zijn gezonden en eerst na enige dagen ter beschikking van de commandanten zijn gekomen; C.-groep Maas-Waal is des avonds te 21.00 te Druten aangekomen en te middernacht naar Leeuwen gereden; C.-I-26 R.I. kwam met zijn staf te 21.30 aan op de cp. van C.-III-29 R.I., enige tijd later gevolgd door C.-M.C.-I-26 R.I. met enige mannen 121 0 Omtrent de motieven voor het terugnemen van dit eskadron is geen zekerheid verkregen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 145