Hierbij moet men zich goed voor ogen stellen, dat deze terugtocht onverwacht plaats had en de troepen hun stellingen, waaraan zij negen maanden met veel zorg hadden gewerkt, zonder daartoe door vijandelijke actie gedwongen te zijn, moesten verlaten; voorts dat in de nacht van 9/10 Mei weinig en in die van 10/11 Mei geen nachtrust werd genoten en dat de terugtocht noodgedwongen neerkwam op lange marsen, gedeeltelijk met verschillende vervoermiddelen en met niet verenigde dikwijls ver uit elkaar gehaalde onderdelenten slotte, dat veel materieel en munitie moest worden achtergelaten en het organieke verbindingsmateriaal in de stellingen was uitgelegd en slechts voor een klein deel kon worden opgenomen. Al deze factoren waren daarom van zoveel belang, omdat de brigade kort na aankomst in het haar toegewezen legeringsgebied is geroepen, om onderdeels- gewijze te worden ingezet in de strijd om de Grebbeberg, feitelijk nog voordat de commandanten hun troepen goed geordend weder in de hand hadden kunnen nemen. Bij de bataljons van 29 R.I. kwam hier nog bij, dat er geen regimentscommando aanwezig was en, zoals wij zullen zien, C.-26 R.I. op het ogenblik van inzet in de strijd het bevel op zich moest nemen. Treinen 3-V Aut.Bat. (verminderd met de auto's, welke aangewezen waren voor het vervoer van munitie uit het munitiemagazijn te Wamel), de verzamelde Gn.T. (waarbij de gemotoriseerde Lm.T.) en de auto's van St.K.-Brig. B overschreden tussen 10 Mei 24.00 en 11 Mei 1.00 de schipbrug bij Zennewijnen, resp. de schip brug bij Tiel en waren vóór het aanbreken van de dag op haar bestemmings plaatsen. De Lm.T. met paardentractie, voor zoveel niet in bedrijf, passeerde de schip brug bij Tiel kort na 1.00 op 11 Mei, waarna naar de verschillende kantonne- menten werd gemarcheerd, die grotendeels eerst na het aanbreken van de dag werden bereikt. Reserves Bij 1-24 R.I. (zonder 3 en M.C.), versterkt met een sectie van 10 M.C., ont vingen de C.Cn het terugtochtsbevel eerst op 11 Mei tussen 1.00 en 2.00. De afmars uit Leeuwen ving tussen 2.30 en 3.00 aan en geschiedde tot Tiel in ver schillende wielrijders- en voetgangerscolonnes. Bij de le Compagnie marcheerde de C.C. reeds met een deel af, vóórdat de rest van de compagnie was verzameld. Bij de 2e Compagnie ging de C.C. met de rijwielcolonne vooruit. Het is noodzakelijk, een en ander vast te stellen, omdat in deze afmars reeds de kern van onordelijkheid zat, welke op de verdere gebeurtenissen niet zonder in vloed kan zijn geweest. De schipbrug bij Tiel werd tussen 4.30 en 5.30 overschreden, waarna door 1-24 R.I. werd gemarcheerd naar Maurik, welk kantonnement omstreeks 9.30 door alle onderdelen was bereikt (afgelegde afstand ongeveer 21 km). De sectie van 10 M.C. marcheerde zelfstandig door naar Amerongen en kwam daar omstreeks 10.00 aan. 127

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 151