uit 4 lt.mitrs. per voorcompagnie en de zw.mitrs. in kazematten, onder bevel van
C.-2e Comp. C.-3e Comp. zou tijdens de terugtocht als B.C. optreden, aange
zien de B.C. zelf zijn cp. eerst zou mogen verlaten na het terugnemen van het
scherm.
De bevelen voor het achterlaten van het scherm zijn bij de 2e Comp. slecht
uitgevoerd, aangezien slechts een gedeelte van het aangewezen scherm ter plaatse
is gebleven, terwijl de rest zich had gevoegd bij terugtrekkende troepen, ver
moedelijk van 11 G.B. Toen dit de B.C. omstreeks 4.00 bleek, deed hij door de
le Comp. het nodige personeel ter aanvulling aanwijzen.
Als scherm bleven ten slotte achter: bij de rechter voorcompagnie 1 zware en
4 lichte mitrs., bij de linker voorcompagnie 2 zware en 4 lichte mitrs.
Te ongeveer 4.30 marcheerden de bezettingen, onder achterlating van het
scherm, af naar de bataljonsverzamelplaats, waar zij onder bevel traden van
C.-3e Comp. Deze deed compagniesgewijze afmarcheren naar Wamel, waarna de
mars in bataljonsverband zou worden voortgezet.
De sectie 6 veld ontving opdracht, zich bij de treinen te Wamel te voegen.
Aan alle aanwezige onderdelen werden marsweg en marsdoel (Maurik) mede
gedeeld, voor het geval de C.C. zelf door bijzondere omstandigheden niet te
Wamel zou verschijnen.
Omstreeks 8.00 was het gehele bataljon, met uitzondering van twee secties van
de 2e Comp., die abusievelijk zelfstandig waren doorgemarcheerd, te Wamel vei-
zameld.
Na overschrijding van de schipbrug, kort na 8.00, werd te Tiel gerust en te
ongeveer 10.00 werd de mars voortgezet met grote afstanden tussen de onder
delen. Tijdens deze mars kwam bericht van C.-II-24 R.I., dat het bataljon moest
worden ondergebracht te Eek en Wiel, waar omstreeks 16.00 tot legering werd
overgegaan (afgelegde afstand ongeveer 24 km). Het bataljon was toen, met uit
zondering van de 3e en 4e Sectie der M.C., die bij 111-29 R.I. waren ingedeeld,
weder geheel verenigd. Ook de zelfstandig doorgemarcheerde secties, die per auto
zijn vervoerd naar Maurik, waren te Eek en Wiel aangekomen (zie voor de terug
tocht van het scherm hierna).
C.-III-24 R.I. gaf kort na 2.00 aan zijn C.Cn. telefonisch bevel: gereed maken
voor terugtrekken, nadere bevelen volgen en te 3.45 gaf hij bevel voor de terug
tocht. Hem bleek toen dat de M.C., 2e en 3e Comp. reeds op het waarschuwings
bevel achterwaarts waren verzameld, zonder een scherm achter te laten, hetgeen
hij deed herstellen.
Vervolgens gelastte hij, dat de compagnieën zelfstandig zouden afmarcheren
langs de opgegeven weg naar Beusichem en tussen 4.30 en 5.00 marcheerden deze
uit de omgeving van Puiflijk af, deels per rijwiel, deels te voet; in Puiflijk, waar de
bevolking was geëvacueerd, werd een aantal onbeheerd aangetroffen rijwielen in
beslag genomen. Tussen 9.00 en 10.00 werd de schipbrug bij Tiel overgetrokken
en tussen 16.00 en 17.00 kwamen de onderdelen te Beusichem aan, waar tot
legering werd overgegaan (afgelegde afstand ongeveer 32 km).
129