concludeerd, dat de vijand nadrong. Volgens hem bestond echter nog voor de voertuigen de mogelijkheid, de stelling binnen te komen langs de van Afferden in Z. richting lopende weg naar de Broeksche Leigraaf en vandaar via het Hors- sense Schutlaken naar Puiflijk. C.-ll G.B. heeft daarop persoonlijk met de voertuigen die weg gevolgd, doch zuid van Afferden bleek deze door de inundatie overspoeld, zodat keert moest worden gemaakt. Bij deze manoeuvre in de duisternis geraakten enige zware auto's in de zachte berm van de weg vast. Zij werden in brand gestoken en ter plaatse achtergelaten. Met de overige auto's en voertuigen keerde C.-ll G.B. terug naar de voorposten bij Druten, waar het materieel werd afgeladen en over de ver sperring werd getild. Vervolgens werden de 2 personenauto's, de pag.trekker en de munitiewagen van 26 C.Mr, in brand gestoken, terwijl het stuk pag. bij de voorposten werd achtergelaten. Het bataljon (in hoofdzaak op rijwielen) was in tussen reeds over de versperring getrokken en doorgemarcheerd naar Leeuwen- Beneden, waar het omstreeks 1.30 was aangekomen. Nadat op de cp.-Brig. B bevel was ontvangen, de mars voort te zetten, werd omstreeks 4.00 afgemarcheerd naar Zoelmond, welk oord omstreeks 13.00 werd bereikt (afgelegde afstand op 11 Mei 22 km). De trein kwam eerst veel later te Zoelmond aan (zie boven). C.-ll G.B. kwam tijdelijk onder bevel van C.-VI Div. Van 1-26 R.I. waren de ongeveer 100 man sterke resten reeds vóór 23.00 per rijwiel binnen de stelling aangekomen. De B.C. meldde zich omstreeks 22.00 op de cp. van Brig. B te Leeuwen, waar hem bevolen werd, zijn troep, in afwachting van nadere orders, te verplaatsen naar Wamel, alwaar deze omstreeks 22.30 aankwam. Te 23.30 werd aldaar bevel ontvangen, zo spoedig mogelijk af te marcheren naar Amerongen, waar de troep 11 Mei te 3.30 tot legering overging. Het deel van 3-4 R.H. dat bij Heumen was ingezet, was na haar optreden aldaar op last van C.-I-26 R.I. met dit bataljon teruggegaan over Batenburg en was omstreeks 24.00 te Leeuwen-Beneden aangekomen, waar het verenigd werd met de rest van het eskadron. De eskadronscommandant was met het overblijvende gedeelte van het eskadron, nl. het 3e Pel., enige groepen en de korpstrein, naar Leeuwen gereden, waar de trein bij de treinen van Brig. B was gevoegd en naar Wamel was gedirigeerd. De commandogroep en het 3e Pel. dienden tot 11 Mei 6.30 als beveiliging van het St.K. van de brigadecommandant. Op dit tijdstip reed het gehele eskadron naar Kolland (west van Amerongen), waar omstreeks 10.00 tot legering werd overgegaan. 6 R.I. en II-7 R.A. C.-6R.I. had op 11 Mei 4.00 opdracht ontvangen, over de schipbrug bij Zennewijnen de Waal te overschrijden en daartoe de algemene lijn Woerd- Heerewaarden te 8.00 te overschrijden. Daarna zouden zowel 6 R.I. (min I en Bt. 6 veld) als II-7 R.A. onder bevel 132

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 156