van C.-VI Div. treden en de voor hen vastgestelde stellingvakken (stellingen)
betrekken.
6 C.Mr, marcheerde te 7.00 af uit Dreumel en passeerde kort daarna de brug
bij Zennewijnen. C.-II-6 R.I. ontving te 6.30 bevel, dat te 6.30 moest worden
afgemarcheerd en dientengevolge ving de afmars uit Alphen eerst te 8.30 aan.
Ter beveiliging werd de 2e Comp., waaraan toegevoegd een sectie zw.mitr. en
6 C.Pag. (min een sectie), aangewezen als achterhoede. Tussen Alphen en Dreumel
werd bevel ontvangen van C.-6 R.I., dat, indien III-6 R.I. niet tijdig de schip
brug bij Zennewijnen zou zijn gepasseerd, II-6 R.I. de overtocht van dat bataljon
over de schipbrug bij Zennewijnen moest dekken, door stelling te nemen in de
Z.rand van Dreumel.
De nodige bevelen daartoe werden door C.-II-6 R.I. uitgegeven, doch aange
zien III-6 R.I. tijdig over de brug ging, behoefden deze niet te worden uitgevoerd.
Ill- en II-6 R.I. overschreden de brug tussen 11.00 en 12.00 en vervolgden de
mars in de richting Tiel.
II-7 R.A. overschreed de brug reeds te 6.00, waarna de Afdeling doormar
cheerde naar Wadenoyen, waar zij in stelling kwam.
Voorposten en scherm
Naar aanleiding van de omstreeks 4.30 door C.-24 R.I. en C.-III-29 R.I. ont
vangen machtiging om de verdere terugtocht van voorposten en scherm naar
eigen inzicht te regelen (waarbij C.-III-29 R.I. nog werd gewezen op de omstandig
heid, dat de troepen Z. van de Maas reeds waren teruggetrokken, zodat beveiliging
in die richting nodig werd geoordeeld), werden tussen 4.30 en 5.00 de nodige aan
wijzingen door die Cn. verstrekt.
In Vak Puiflijk ontving de voorpostencommandant (C.-2-I-24 R.I.) op 11 Mei
te 6.00 bevel, de voorposten groepsgewijze te doen teruggaan over de schipbrug
bij Tiel naar Maurik. Dit bevel werd onmiddellijk aan de onderdelen doorgegeven,
waarna de voorpostencommandant zich per rijwiel begaf naar de versperring vóór
de frontlijn op de kunstweg Druten-Puiflijk, welke ondanks zijn herhaald verzoek,
deze open te laten, reeds gesteld bleek te zijn.
Het gevolg hiervan was, dat de pag.trekkers moesten worden achtergelaten en
in brand werden gestoken.
Onder beveiliging werd de mars grotendeels per rijwiel voortgezet van Puiflijk
over Leeuwen, Wamel en Tiel naar Maurik.
Omstreeks 10.00 werd de schipbrug bij Tiel overschreden; tijdens de overtocht
trachtte een 5-tal vijandelijke vliegtuigen een aanval te doen, welke echter door
het vuur der luchtdoelartillerie werd afgewezen. Omstreeks 12.00 werd Maurik
bereikt, waar tot legering werd overgegaan (afgelegde afstand 25 km). De rug
dekking bleek een verkeerde weg te hebben gevolgd en kwam te Beusichem aan.
Voor het teruggaan van het scherm ontving C.-II-24 R.I. ten gevolge van het
verbroken zijn der telefoonverbinding eerst omstreeks 7.30 een bevel van de R.C.
Nadat hij de terugtocht van het scherm had gelast, begaf hij zich met zijn staf per
rijwiel naar Maurik, waar hij vernam, dat het bataljon te Eek en Wiel moest
133