Aanvullingsplaatsen voor munitie bevonden zich nabij Remmerden (vt. 166-442), in het Amerongensche bosch (vt. 161-446), nabij Huize Maarsbergen (vt. 156-450) en nabij Maarn (vt. 153-452). Bij Eek en Wiel was een schipbrug over de Lek voorbereid door II-V.P.T., terwijl te Wijk bij Duurstede IV P.A. (van IV L.K.) een veerdienst had ingericht. Deze P.A. kwam op 10 Mei te 17.00 onder bevel van C.-II L.K. 2. Overzicht van de gebeurtenissen op 10 mei 1940 II L.K. moest, op grond van het bevel van de C.V. van 9 Mei 21.17 (zie blz. 30), op 10 Mei te 5.00 graad van slagvaardigheid 3 hebben ingenomen, hetgeen be tekende, dat de voorposten en de frontlijn moesten zijn bezet op zodanige wijze, dat de voorpostendienst langdurig kon worden volgehouden en in de frontlijn op de belangrijkste plaatsen de automatische wapens konden worden bediend. Artillerie voor steun aan de voorposten en vuur op grote afstand moest in stelling staan. De stellingen moesten in twee uur volledig kunnen worden bezet. Terwijl de uitvoering hiervan aan de gang was, werd de grens door de Duitse troepen overschreden, waarna te 4.15 werd bevolen, de stelling volledig te be zetten. In de vroege morgen werd de afvoer van vee bevolen; te ongeveer 7.00 ontving C.-II L.K. het bevel voor de afvoer van de burgerbevolking en kort daarna werd de ontruiming van de gestichten bevolen; de uitvoering van deze bevelen is hierna onder 4 opgenomen. Te ongeveer 9.00 werd bevel van de C.V. ontvangen voor het bezetten van de afsluitlijnen tot het tegenhouden van de burgerbevolking, waarbij 11-11 R.I. een taak had bij Klomp. De Duitsers forceerden de IJsselovergang bij Westervoort en rukten naar het westen op, terwijl 4 R.H. strijdend terugtrok. Volgens het verslag van C.-II L.K. vernam hij te 9.30 van C.-4 R.H., dat dit regiment de vernielingen had uitgevoerd en terugging op de 2e lijn (Renkum). Vermoedelijk berust dit op een misverstand omtrent de betekenis van de 2e lijn en heeft C.-4 R.H. bedoeld de lijn, aangegeven in punt 2 van de opdracht (Ooster- beek-Franschenberg; zie onder 3 bij 4 R.H.). C.-II L.K. heeft dit aan C.-IV L.K. en C.-l R.H. medegedeeld, doch te 10.55 aan C.-4 R.H. opdracht gegeven, niet terug te trekken, vóórdat dit strikt nood zakelijk was. De L.K.C. berichtte te 15.25 aan de C.V., dat 4 R.H., in gevecht bij Oosterbeek, terug ging. Hierop gaf de C.V. bevel, dat 4 R.H. krachtig moest optreden en de vijand uit N. richting in de flank moest aanvallen, zodat zijn opmars werd ver traagd en verkend. Deze opdracht is door de L.K.C. aan C.-4 R.H. doorgegeven, doch heeft deze eerst bereikt, toen het regiment zowel ten O. van Wageningen als ten O. van Ede in aanraking met de vijand was. 152

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 176