Apeldoorn-Dierensch kanaal met opdracht, na het tot stand komen daarvan aan te sluiten bij het regiment te Ede. Het 5e Eskadron, gelegerd te Arnhem, moest de voorbereide vernielingen uit voeren bij Oosterbeek, Heelsum en Renkum en voor overmacht vertragend terug gaan, achtereenvolgens op de lijn Wageningsche berg-Keienberg-Huize Quaden- oord en op de voorposten van 8 R.I. Daartoe zouden te Oosterbeek de le en 2e S. van het M.E., de S.Mr. en een stuk pag. beschikbaar komen. 2-3 R.H., versterkt met een stuk pag., moest vernielingen uitvoeren ter hoogte van Schweizerhöhe aan de kunstweg Ede-Arnhem en voor overmacht vertragend teruggaan. Daarachter moest 1-4 R.H., versterkt met een Pel. paw., de spoorlijn Ede- Arnhem bij kp. 79,5, de oostrand van het bos de Sijselt en de kunstweg Arnhem- Ede bij kp. 10 afsluiten, terwijl 2-4 R.H. versterkt met 4e S.-M.E. en een Pel. paw., de oost- en noord-oostrand van het Ederbosch moest bezetten. 6-4 R.H., versterkt met 3e S.-M.E., moest bezetten de zandweg naar Otterlo, Roekei, Hoornisnest en Meulunteren, aldus een opmars uit het N. en N.O. tegengaande. Deze uitvoering voldeed niet aan de gegeven opdracht, omdat Franschenberg, Otterloo en Harskamp niet bezet waren, zodat ten N. van de kunstweg Arnhem- Ede de vertraging niet aanving in de daartoe voorgeschreven lijn. Bij 1 R.H. (IV L.K.) zal blijken, dat de commandant van dat regiment rekende op het bezet zijn van Harskamp door 4 R.H., zodat het zuidelijk eskadron van dat regiment bij Valk stond. Niet duidelijk is, waarom 6-4 R.H. reeds bij de aanvang met het front naar het N. werd opgesteld. De beide pelotons paw. waren ingedeeld in de meest teruggetrokken opstelling bij het Ederbosch, met de bedoeling, deze als pag. te gebruiken. Men zou deze kort achter de IJsseltroepen verwacht hebben, teneinde het door breken daarvan onmiddellijk te melden en de opmars van de vijand te verkennen en te hinderen. De R.C. heeft de noodgedwongen gegeven beperking in de opdracht, om geen beslissend gevecht aan te gaan, nog terughoudender uitgevoerd, dan was bedoeld. Medegedeeld zij nog, dat het regiment het vernielingsplan tussen IJssel en Valleistelling moest helpen uitvoeren. C.-4 R.H. alarmeerde zijn regiment op 10 Mei te 3.30, toen talloze vliegtuigen overvlogen, waarna C.-II L.K. te 4.35 mededeling deed van het intreden van de hoogste graad van strijdvaardigheid, te 4.58 gevolgd door het bevel, de vernielingen en opruimingen uit te voeren en de landmijnen op scherp te stellen. C.-4 R.H. gaf daarop bevel, de oorlogsopstellingen in te nemen. Bij de C. van het 4e Eskadron, dat opdracht had, 15 bruggen over het Apeldoorn- Dierensch kanaal (welke reeds werden bewaakt) te doen springen, was op 10 Mei 155

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 179