Het divisievak was van zuid naar noord bezet door 8 R.I. en 19 R.I., met de
scheidingslijn (ter hoogte van de frontlijn) ten N. van Kruiponder.
De bezetting van hws. en vps. was, zoals hieronder is aangegeven.
Vak 8 R.I.
Vak 19 R.I.
Voorposten (waarschuwende)
Divisiereserve
Artillerie
Rivierbestrijking
Luchtdoelbestrij dingsmiddelen
Cp.-C-IV Div.
Bosperceel ten N. van kp. 107 aan de kunstweg Elst-Rhenen.
173
Voorpostenstrook (weerstandbiedend)
III-8 R.I. (min 2), 8 Bt. 6 veld, 3e Sectie van 3-II-19 R.I.
Hoofdweerstandsstrook
zuid: 1-8 R.I. versterkt met 2-III-8 R.I., 8 C.Mr. (min 2e Sectie), 2e Sectie van 8 C.Pag. en
een sectie van 19 Bt. 6 veld.
noord: 11-8 R.I., versterkt met le Sectie van 2-II-19 R.I., 2e Sectie van 4 M.C., 16 M.C. (min
twee sectiën), le Sectie van 8 C.Pag., le Sectie (2 stukken) van 11 C.Pag., le Sectie van
19 C.Pag., 2e Sectie van 8 C.Mr. en een gaszoeklichtgroep van II Vl.A.
Enkele posten aan de oostzijde van de inundatie, voorzien van bootjes.
Hoofdweerstandsstrook
zuid: 111-19 R.I., een sectie van 16 M.C., 19 C.Pag. (min een sectie), een sectie van 19 C.Mr.
noord: 1-19 R.I., een sectie van 16 M.C., 19 C.Mr. (min een sectie).
II-19 R.I., 19 Bt. 6 veld (min een sectie) en 4 M.C. (min 2e Sectie) te Rhenen; 1-IV Bat.Pag.
te Remmerden.
Rechtstreekse steun vóór beide regiments vakken:
I-8 R.A., met een Bt. te Vreewijk en twee Btn. in vooruitgeschoven stellingen op de Grebbeberg.
Algemene opdrachten.
III-8 R.A., met twee Btn. in stelling bij de Veenendaalsche weg en een Bt. in een vooruitgeschoven
stelling op de Grebbeberg.
Legerkorpsartillerie, bestemd voor vuur in Vak IV Div.
II-19 R.A., in stelling op de Grebbeberg;
1-15 R.A., in vt. 166-443;
1-12 R.A., met drie Btn. in vt. 166-445 en een Bt. in vt. 164-444 2).
Een sectie artillerie van 7 cm, nabij stoplijn van 8 R.I.
10 Bt.Lu.A. nabij Oude Watertoren; 4e Pel.-4 C.Lu.Mitr. nabij de Grebbesluis; 2e Pel.-4 C.Lu.-
Mitr. nabij Oude Watertoren.
Volgens de geldende beginselen onderscheidde men weerstandbiedende voorposten, in een
voorpostenstrook gegroepeerd, die bij een vijandelijke aanval stand moesten houden en de eerste
stoten moesten opvangen, en waarschuwende voorposten, die niet sterk genoeg waren, om een
aanval op te vangen en de nadering van de vijand moesten melden.
2) Uit de op 10 Mei ingenomen stellingen kon door geen der Btn. vuur vóór of in het vak van
8 R.I. worden gebracht.