aanvroeg, dat met enige correctie werd afgegeven te 6.45 door 1-1-8 R.A., daarna te 9.09, 9.27 en 9.44 door een of twee Btn. Het geschut verdween, doch inmiddels was te ongeveer 8.30 de aan de Rijn (bij de fabriek „De Hoop") opgestelde zw.mitr. door een schot in het schietgat (het eerste schot) onbruikbaar geraakt, waarop de bediening terugtrok x). Kort te voren had ook het op de dijk bij „Rijnzicht" opge stelde stuk 6 veld een schot in het schietgat ontvangen. Het opende daarop het vuur op infanteriegeschut, doch door een ander vijandelijk projectiel werd het sluitstuk onklaar en vlogen de richtstiften van het kanon. De bediening trok, toen een ter vervanging aangevraagd kanon niet verscheen, terug naar de hws. Maatregelen, om de onbruikbaar geschoten wapenen te vervangen, faalden. Te 9.15 werd, op last van de D.A.C., door 2-III-8 R.A. (Afd. voor algemene opdrachten) vuur afgegeven op de zuidelijke (oude) toren van Wageningen, welke als waarnemingspost door de vijand werd gebruikt. Het vuur lag goed en de toren geraakte in brand. Intussen oefende de vijand aanvankelijk de grootste druk uit op de noordelijke vleugel der voorposten, waar hij van 4.30 af in het terrein tussen de Haarweg en het Nieuwe Kanaal en ten N. daarvan naderde en de noordvleugel omtrok. Het moreel van de sectie van 19 R.I. was niet hoog, daar het personeel onvol doende uitzicht in het terrein had en de gevechtsdekkingen nog niet gereed waren. De S.C. gaf bevel aan de noordelijke groepen, bij zijn opstelling te verzamelen. Een gedeelte hiervan trok echter terug naar de boerderij Kruiponder (frontlijn der hws.), zodat de luitenant ten slotte nog slechts één lt.mitr. ter beschikking had. Hij heeft artillerie- en mitrailleurvuur aangevraagd, doch niet gekregen, omdat hij geen contact kon krijgen met zijn C.C. en trok daarop met het restant van zijn sectie, onder vuurdekking van de 4e Sectie, terug. Hij liet de mitrailleur met be diening daar achter en is met het overige personeel op de cp. van C.-3e Comp. terecht gekomen. De bediening van het stuk 6 veld aan het Nieuwe Kanaal had de vijand wel ontdekt, doch deze bevond zich buiten het schootsveld. In het schootsveld was bovendien weinig uitzicht tengevolge van bomen, die des morgens nog waren geveld. Toen de sectie van 11-19 R.I. verdween, trok de bediening van dit stuk eveneens terug, na het stuk onklaar te hebben gemaakt, zonder een schot te hebben gelost 10.00). Het uitvallen van de sectie van 19 R.I. had noodlottige gevolgen voor de zuidelijk daarvan gelegen sectiën. De vijand drong door op de flanken en in de rug daarvan, en langs het Nieuwe Kanaal drong hij bovendien met kleine afdelingen op naar de frontlijn bij de boerderij Kruiponder, waar echter achtereenvolgens te 12.55, 13.12 en 13.44 vuur door III-8 R.A. werd afgegeven op last van de D.A.C., na aanvraag van de C. ter plaatse. Dit vuur had de gewenste uitwerking; de vijand trok zich daar terug op de verlaten voorpostenstelling. 179 Een ter vervanging gezonden stuk van 4 M.C. kwam niet verder dan de Grebbesluis; ver vanging uit de eigen M.C. bleek door vuur niet uitvoerbaar.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 205