Op korte afstand achter deze compagnie bevond zich de C. en twee sectiën van 8 C.Mr. en op korte afstand daarachter stond 1-II-19 R.A. (een batterij 12 l.St.) in stelling. Ten W. hiervan bevond zich Ouwehands Dierenpark met de daarbij behorende gebouwen, hokken, hekken en uitzichttoren. C.-I-8 R.I. had zijn cp. gevestigd tussen de kunstweg Rhenen-Grebbesluis, de Heimersteinsche laan en de oprijweg naar Ouwehands Dierenpark. Op de detailinrichting daarvan wordt later teruggekomen. II-8 R.I. verdedigde het terrein tussen de Grebbeberg en de inundatie. Er waren drie lijnen bezet, nl. de frontlijn, de tussenverdediging en de stoplijn. Hiervan sloot de tussenverdediging aan bij de frontlijn van 111-19 R.I. achter de inundatie. Zij vormde eigenlijk de meest geëigende plaats voor een frontlijn, doch het uitdiepen van de Grift en opwerpen van een dijk langs dat riviertje zijn oorzaak geweest, dat de frontlijn werd vooruitgebracht tot die dijk. Het bataljon stond dientengevolge verdeeld over een gebied van ongeveer 2,5 km2. Het terrein tussen frontlijn en tussenverdediging was open, tussen deze laatste en de stoplijn in het zuidelijk deel bebost, in het noordelijk deel doorsneden met begroeide aardranden en dus niet overzichtelijk. Er was in dit vak nergens een doorlopende toegangsweg over de Grift van O. naar W. Het terrein voor de frontlijn was tot op enige honderden meters overzichtelijk, behalve Z. van Kruiponder, waar zich grienden bevonden. Er lagen doorlopende puntdraadversperringen voor de frontlijn langs de Grift, een (enkele) voor de tussenverdediging, die overging in de versperring voor de frontlijn van 111-19 R.I. en die door een west-oost lopende versperring verbonden was met de frontlijnversperring. Er was bovendien een doorlopende puntdraad- versperring voor de stoplijn, waarin zich op de hoofdtoegangen afsluitbare ope ningen bevonden. Het bataljon bestond uit de Staf, de le, 2e, 3e Compagnie (tirailleurs) en de M.C.; het was versterkt met een sectie van 2-II-19 R.I., de 2e Sectie van 4 M.C., 16 M.C. (min twee sectiën), le Sectie van 8 C.Pag., le Sectie (2 st.) van 11 C.Pag., le Sectie van 19 C.Pag. en de 2e Sectie van 8 C.Mr. en een gaszoeklichtgroep. In de frontlijn en de tussenverdediging waren opgesteld de le Compagnie rechts, de 2e Compagnie links. Van de le Compagnie bevonden zich de 4e en de 3e Sectie in de frontlijn, opgesteld in een doorlopende loopgraaf in de dijk langs de Grift, terwijl de le en 2e Sectie de tussenverdediging hadden bezet. In de frontlijn stonden twee stukken pag. van de le Sectie van 11 C.Pag. Van M.C.-II-8 R.I. bevond zich de 2e Sectie in de koepels G. 20, 21 en 22 in de frontlijn, terwijl de 3e Sectie de koepels G. 27 en 28 in de tussenverdediging bezet had en in G. 29 een zw.mitr. van de le Sectie van 4 M.C. was geplaatst. 194 0 Het derde stuk van deze sectie was niet aanwezig.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 220