Het derde stuk van de 3e Sectie zw.mitr. stond in de stoplijn opgesteld. Van de 2e Compagnie bevonden zich in voorste lijn de le, 3e en 4e Sectie, terwijl de 2e Sectie in de tussenverdediging was geplaatst, aangeleund aan 1-III-19 R.I. In de frontlijn stonden de le Sectie van 8 C.Pag. en de le Sectie zw.mitr., de laatste in de koepels G. 24 en G. 25 en in een open opstelling. Bij de 2e Sectie in de tussenverdediging waren de gietstalen koepels G. 30 en G. 31 bezet door 2 zw.mitr. van de 2e Sectie van 4 M.C. (waarvan de 3e zw.mitr. in koepel G. 29 was geplaatst). De stoplijn was verdeeld in drie delen. In het zuidelijk deel voerde C.-16 M.C. het bevel; daarin waren ingedeeld de twee sectiën van 16 M.C. (waarvan 2 stukken opgesteld voor vuur tegen lucht doelen) met de daarvoor liggende le Sectie der 3e Compagnie en een stuk van de le Sectie van 19 C.Pag. (kazemat 18a was niet bezet). In het middelste gedeelte voerde C.-3e Compagnie het bevel; daarin waren naast elkaar opgesteld de 2e en 3e Sectie dezer Compagnie. In het noordelijk deel voerde C.-M.C. het bevel; daarin waren geplaatst de 4e Sectie zw.mitr., een stuk van de 3e Sectie zw.mitr. (in kazemat B. 18b) en twee stukken van de le Sectie-19 C.Pag., de 2e Sectie van 2-II-19 R.I. en de 4e Sectie der 3e Compagnie. De cp. van C.-II-8 R.I. bevond zich op de Laarsche Berg, ten W. van 16 M.C. in het bosterrein en bestond uit enkele in de grond gegraven onderkomens. Dicht achter de rechter vleugel van 16 M.C. bij Ouwehands Dierenpark stond 2-1-8 R.A. in stelling. Behalve deze Bt. en de reeds genoemde 1-1-8 R.A. (achter de stoplijn bij 3-1-8 R.I.) stonden ten W. van de stoplijn nog in stelling: 11-19 R.A. met de le Bt. dicht achter 8 C.Mr., de 3e Bt. meer teruggetrokken ten Z. van de kunstweg naar Wageningen, de 2e Bt. niet ver van de cp. van C.-8 R.I.; 2-111-8 R.A. ten Z.O. van station Rhenen. Vermelding verdient nog de hulpverbandplaats ten Z. van Hotel de Grebbe- berg. Wij zullen nu nagaan, wat zich in de hws. bij 8 R.I. afspeelde op 11 Mei, toen de strijd in de vps. aan de gang was en daarna. Van 11 Mei ongeveer 7.30 af werd de hws. van 8 R.I. onder artillerievuur ge houden, welk vuur zich over de gehele diepte heen en weer verplaatste en over het algemeen niet hevig was. Na 10.00 a 11.00 werd dit vuur in het vak van II-8 R.I. heviger en ging het gepaard met pogingen van de vijand, om bij Kruip- onder de hws. binnen te dringen, welke pogingen echter werden afgewezen. Te ongeveer 17.00 werd het vuur naar het noorden en naar achteren verlegd, o.a. 195

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 221