De maatregelen van C.-8 R.I. en C.-IV DIV. in verband met de strijd van de
In het algemeen overzicht is beschreven, hoe C.-II L.K. reageerde op de be
richten omtrent de strijd bij de voorposten.
In het kort zullen nu de maatregelen van C.-8 R.I. en C.-IV Div. worden weer
gegeven.
Zoals is medegedeeld, waren de gebeurtenissen in de vps. bij C.-8 R.I. en zijn
chefs onnauwkeurig bekend geworden, daar te ongeveer 10.00 de verbindingen
met de voorpostencommandant waren verbroken.
De gegevens, die onregelmatig en verward binnenkwamen, gaven geen duidelijk
inzicht in het verloop van de strijd.
Toen de pogingen van C.-8 R.I. om door zijn Vbd.A. de verbindingen te doen
herstellen, niet gelukten, heeft hij zijn regimentspatrouille uitgezonden, hetgeen
geen resultaat opleverde.
C.-8 R.I. vernam omstreeks het middaguur van de bij zijn cp. aanwezige uit
kijkpost, dat in de vps. witte vlaggen zichtbaar waren en dat kleine afdelingen in de
richting van de hws. terugtrokken. Hij heeft daarop aan zijn B.Cn. opgedragen,
tot elke prijs te verhinderen, dat de aanvaller tegelijk met wijkende voorposten
de hws. zou binnenkomen en daarbij bevolen, dat zo nodig moest worden gevuurd
op terugtrekkende afdelingen, terwijl de B.Cn. aan een ieder in de hws. moesten
doen weten, dat tot het uiterste moest worden stand gehouden en dat hij, die zijn
opstelling verliet, zich aan de doodstraf blootstelde.
Verder had hij bevolen, dat commandanten niet in hun cpn. moesten blijven,
doch zich naar hun troepen moesten begeven en deze moed inspreken.
Te 13.25 was vóór het vak 1-8 R.I. het reeds vermelde artillerie-stormvuur ont
ketend op de melding van de waarnemer nabij kazemat 7, die het stormvuursein
meende te hebben waargenomen. De D.A.C. had dit stormvuur terstond doen
beëindigen.
Toen het tenslotte duidelijk was geworden, dat de voorpostenstrook was ge
vallen, bestond de indruk, dat de voorposten zich zonder ernstige weerstand door
een zwakke vijand hadden laten overrompelen en dit was oorzaak, dat besloten
werd, de voorpostenstrook te heroveren.
C.-IV Div. had te 13.12 aan C.-II L.K. gevraagd, of de rechter vleugel van de
voorposten, die terug was gegaan, moest worden hernomen, waarop het antwoord
had geluid „onmiddellijk". Er werd echter hieraan geen uitvoering gegeven.
Te ongeveer 14.45 kreeg hij zekerheid, dat de voorpostenstrook was door
broken.
Te ongeveer 18.00 werd C.-IV Div. door C.-II L.K. op diens St.K. ontboden,
waar hij het bevel ontving, de voorpostenstrook te doen hernemen.
C.-IV Div. stelde voor, tot het aanbreken van de dag te wachten, doch dit werd
door de L.K.C. niet aanvaard.
C.-IV Div. ontbood daarop C.-11-19 R.I., wiens bataljon zich als divisiereserve
te Rhenen bevond en gaf deze te ongeveer 21.00 de volgende opdracht:
208
VOORPOSTEN