van C.-II Div. in uitvoering voor het op rijwielen bereden maken van het bataljon en het voorbereiden van legering bij het kruispunt van de wegen Amersfoort- Maarn en Zeist-Woudenberg. Het bataljon vertrok te 13.45. Als divisiereserve was toen nog slechts 11-11 R.I. overgebleven. De naar de stelling lopende wegen waren afgesloten, met uitzondering van enkele, die moesten worden opengelaten voor evacuerende burgerbevolking en vee. Reeds werd er op gewezen, dat op de kunstweg bij Klomp de aspergever sperring was gesloten en voor 4 R.H. moest worden doorgebrand, terwijl de ver nieling van de spoorlijn oorzaak was, dat een deel van de bevolking van Renswoude niet te Klomp kon worden ingeladen. 4 R.H. kwam te ongeveer 18.30 over Klomp binnen de stellingen. Tengevolge van strubbelingen bij het wegvoeren van het vee werd op de vol gende dagen hinder ondervonden van achtergebleven vee, dat tussen hws. en vps. ronddoolde en hier en daar verbindingen verstoorde. Aan de D.A. werd te 14.10 machtiging tot vuuropening verleend met inacht neming van de nodige voorzichtigheid, in verband met de nog in het voorterrein aanwezige eigen lichte troepen. De batterijen 1-II-4 R.A. en 3-1-4 R.A., die de onvolledig voorbereide vooruit geschoven stellingen in vt. 166-450 hadden betrokken, hebben te ongeveer 22.00, op het waarnemen van het stormvuursein in vak 10 R.I., stormvuur afgegeven, evenals de infanteriewapens. Achteraf bleek het sein zonder noodzaak te zijn af gegeven. Te 23.30 werden op last van L.K.A.C. de vooruitgeschoven stellingen door de Btn. verlaten. Gebeurtenissen op 11 mei 1940 C.-II Div. C.-II Div. vernam van C.-II L.K., dat deze een aanval op Veenendaal ver wachtte. Behalve enkele vijandelijke patrouilles voor de voorposten waren er echter geen verschijnselen, die op een vijandelijke aanval wezen, doch de R.Cn. ontvingen opdracht, door patrouilles voeling met de vijand te houden. Bij het aanbreken van de dag betrokken de beide batterijen van 4 R.A. weder de vooruitgeschoven stellingen in het vak van 10 R.I.; kort daarna ontving de commandant van deze beide batterijen de opdracht om, zodra aanvallen op de voorposten zouden worden uitgevoerd, naar de normale stellingen terug te keren, hetgeen in de avond te 20.00 werd uitgevoerd. Op bevel van C.-II L.K. van 13.00 moest door een eskadron van 4 R.H., ver sterkt met een paw. en een stuk pag., uitgaande van Klomp, een verkenning worden uitgevoerd naar Ede. Het eskadron kon door de gesloten versperringen de frontlijn niet verlaten, zodat de E.C. het Fort aan de Buurtsteeg als uitgangspunt nam. De paw. werd daarna teruggeroepen. 218

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 244