Sedert de vroege morgen werd de hoofdweerstandsstrook bij 8 R.I. systematisch onder artillerievuur gelegd en van de waarnemingsposten van de artillerie kwamen berichten binnen omtrent vijand in de (verlaten) voorpostenstrook. Te 6.50 vernam de D.C. van C.-II L.K., dat 1-16 R.A. bij de divisie was in gedeeld, doch omtrent het tijdstip van aankomst was niets bekend. De in te nemen stellingen werden door de D.A.C. vastgelegd en te 10.15 meldde C.-I-16 R.A. zich. Hoewel de D.C. (volgens een mededeling in het verslag van C.-II L.K.) schijnt te hebben medegedeeld, dat een aanval van de Duitsers niet onmogelijk scheen en er bij voortduring, nu hier, dan daar artillerievuur viel, dat ook op Rhenen werd gelegd, heeft dit noch hemzelf, noch de L.K.C. afgebracht van de plannen om de voorposten te gaan heroveren en niet op de gedachte gebracht, dat de vijand bezig kon zijn met zijn voorbereidingen voor de aanval op de hws. Eensdeels was dit gevolg van de omstandigheid dat de zeer goed geoefende Duitse aanvalstroepen weinig doelen vertoonden, waardoor de indruk werd ge wekt, dat de vijand zwak was en had men wellicht gemeend, dat een zich gereed- stellende aanvaller duidelijk zichtbaar zou worden; anderzijds kan van invloed zijn geweest dat de vredestheorie (op grond van de lessen van 1914-1918) een vrij lange voorbereidingsperiode veronderstelde voor een aanval op een hws., nadat de voorposten waren gevallen. Te ongeveer 7.00 (naar schatting) heeft C.-IV Div. 1-IV Bat.Pag., welke zich in reserve bevond te Remmerden, ter beschikking van C.-8 R.I. gesteld. Te 10.15 ontving C.-IV Div. het bevel van zijn L.K.C., om achter de voorste lijn van 8 R.I. een afsluitlijn van betrouwbare manschappen te vormen, om vluchtelingen op te vangen, terug te wijzen en zo nodig neer te schieten. Voor zoveel kon worden nagegaan, heeft C.-IV Div. de volgende maatregelen genomen ter uitvoering daarvan: - de ondercommandanten ontvingen bevelen, met de grootste gestrengheid op te treden tegen troepen, die hun opstelling hadden verlaten en deze z.n. ter plaatse te fusilleren; - er werden officieren uitgezonden, om de nodige maatregelen te nemen of namens de D.C. te bevelen; - er is een detachement politietroepen naar de Grebbeberg gezonden, om een afsluitlijn te vormen. Te ongeveer 10.30 kwam C.-II L.K. op de commandopost en gaf daarin het bevel, vermeld op blz. 224 inhoudende, dat door de 120 vluchtelingen van de voorposten de steenfabriek in de verlaten vps. moest worden hernomen en waarbij C.-IV Div. toestemming verzocht en verkreeg, om 11-19 R.I. een uitval te doen uitvoeren. Voor de onderneming in de voorpostenstrook gaf C.-IV Div. een bevel uit (door C.-II-19 R.I. te 12.15 ontvangen) dat inhield, dat het detachement van III-8 R.I. met Hr.Ms. kanonneerboot Freyr zou worden vervoerd en bij de steenfabriek zou 237

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 263