landen, om daarna naar het N. te stoten na een vuurvoorbereiding van infanterie en artillerie. Gelijktijdig daarmede zou 11-19 R.I. bij de Grebbesluis uitbreken, de vijand terugwerpen en de vps. opnieuw bezetten. Op dit bevel wordt niet nader ingegaan, omdat het door de loop der gebeurte nissen niet is uitgevoerd. De onderneming te water werd bevolen in strijd met het daaromtrent door C.-II L.K. gegeven verbod. Merkwaardig zijn de volgende zinnen uit het bevel: Wanneer men nu nagaat, dat er een Duitse divisie voor de Grebbe stond, kan men eerst recht begrijpen, hoe dicht de bekende „Nebel der Ungewiszheit" kan zijn, waarin commandanten te velde hun maatregelen moeten nemen en hoe moeilijk het is, uit de zich voordoende verschijnselen juiste conclusies te trekken. Het personeel van III-8 R.I., inmiddels verzameld te Eist (Plantage Willem III), was te 8.00 onder bevel gesteld van de kapitein, C. van 2-III-19 R.I. (die het commando over zijn compagnie aan de oudste luitenant had overgegeven). Een groot deel van deze mannen was niet meer in het bezit van wapens. De D.C. begaf zich persoonlijk daarheen, om het detachement toe te spreken. Toen hem bleek, dat er geen wapens beschikbaar waren, is hij naar Werkhoven gegaan, teneinde daar wapens te halen en tengevolge daarvan was hij geruime tijd van zijn cp. afwezig en gedurende deze afwezigheid drongen de Duitsers in de hws. x) In welke vorm dit bericht op de cp. is bekend geworden, is niet met zekerheid bekend, doch het schijnt te hebben ingehouden, dat de Duitsers ten N. van de kunstweg Grebbe-Rhenen waren binnengedrongen. Te ongeveer 14.00, vóórdat het binnendringen van de Duitsers bekend werd, was (tijdens afwezigheid van de D.C.) aan III-8 R.A. opgedragen, rekening te houden met het afgeven van een tegenvoorbereidingsvuur te 16.30. C.-II-19 R.I., die nog bezig was met bevelsuitgifte voor de uit te voeren aanval op de vps., ontving bevel (ongeveer 15.00), een compagnie met een sectie zw.mitr. aan te wijzen voor het hernemen van het complex Heimerstein 2) en met de rest van zijn bataljon en 4 M.C. de stelling aan de spoorweg te bezetten. Daarna werd telefonisch aan de officier-bevelsontvanger van III-ll R.I., die zich op de cp. van C.-II-19 R.I. bevond, te ongeveer 15.00 het volgende bevel gegeven: 238 Met den meesten nadruk wijs ik er op, dat voor de frontlijn slechts zeer zwakke afdeelingen van den vijand staan, die echter brutaal optreden. Het Nederlandsche prestige laat niet toe, dat deze toestand blijft bestendigd. Indien een ieder zijn plicht doet, moet deze actie slagen en kan de blaam van IV Div. worden afgewischt, dat de vps. verloren is gegaan. 0 Na het bericht daarvan, wilde de L.K.C. C.-IV Div. spreken, doch op diens cp. wist men niet, dat de D.C. naar Werkhoven was gegaan. Toen hij niet spoedig te vinden was, heeft C.-II L.K. zelfs een bevel tot opsporing gegeven. 2) Een gesticht bij de Grebbe, even ten N. van de Grebbesluis.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 264