Allereerst deed C.-IV Div. nu (te 19.00) door een kapitein een bevel over brengen aan C.-I-46 R.I., om de vorige opdracht niet uit te voeren, doch de divisiereserve aan de spoorweg van de Rijn tot kp. 25 te versterken. Hierbij werd niet geregeld, wie aan de spoorweg het bevel over de beide bataljons zou voeren, terwijl 1-46 R.I. hetzelfde vak moest gaan bezetten, dat reeds door 11-19 R.I. was bezet, waardoor de beide bataljons door elkaar kwamen. Intussen waren bij C.-IV Div. berichten binnen gekomen over het frontlijn- gedeelte van Kruiponder tot de Grebbesluis. Te 17.35 had C.-I-8 R.A. aan de D.A.C. gemeld, dat vijandelijke infanterie bij Kruiponder was doorgedrongen, waarop de D.A.C. door I en II-8 R.A. ten westen daarvan vuur had doen afgeven. De D.A.C. had daarna te ongeveer 18.18 een bericht, afkomstig van C.-8 R.I. (ontvangen via C.-I-8 R.A.) doorgegeven, dat de troepen bij Kruiponder teruggingen. Toen daarop C.-4 R.H. zich kwam melden werd hem door de chef van de staf op zijn kaart als grens van het terrein, dat nog vrij van vijand was. aangegeven een lijn ongeveer 1 km ten O. van en evenwijdig aan de spoorweg. Voor détail gegevens werd hij verwezen naar C.-11-19 R.I. Hij ontving bevel, een eskadron met een sectie zw.mitr. aan te wijzen, om de frontlijn bij Kruiponder te hernemen Vervolgens kwam te ongeveer 18.45 een bericht binnen van C.-8 R.I. (eveneens via C.-I-8 R.A. en de D.A.C.), dat C.-II-8 R.I. bij een tegenstoot was gesneuveld, dat de infanterie in verwarring terugvloeide en dat C.-8 R.I. trachtte, de toestand te herstellen. Hierop ontving C.-4 R.H., die zich naar zijn regiment had begeven, per ordonnans bevel, eveneens de frontlijn tussen Kruiponder en de Grebbesluis te doen hernemen door een eskadron 3). De rest van 4 R.H. moest zich als reserve opstellen in het bosterrein ten N. van Remmerden, met de cp. van C.-4 R.H. in café Rustoord te Eist. Het regiment bestond toen nog slechts uit Staf, le Esk., M.E., E.Pag. en S.Mr. In de periode, die nu volgde en waarin C.-IV Div. zijn besluit moest nemen en bevelen geven, ter uitvoering van het bevel van C.-II L.K., druppelden een aantal berichten binnen omtrent de toestand op de Grebbeberg, die het ergste deden vrezen en geen enkel houvast gaven omtrent de toestand aldaar. Vermoedelijk bleek toen, dat er bij III-11R.I. en 1-24 R.I. ernstige dingen waren gebeurd, zonder dat nauwkeurig viel na te gaan, wat zich had afgespeeld. Ook werd de morele invloed van het sneuvelen van C.-II-8 R.I. gemeld. Er kwamen achtereenvolgens in het nauwe onderkomen van de D.C. aan een door C.-II L.K. uitgezonden officier (die na korte tijd weer vertrok)4), daarna 241 P Het verzamelen van 4 R.H. had door de over Driebergen, Maarsbergen en Leersum verspreide opstelling, het op rijwielen plaatsen van bereden eskadrons en de vele patrouilles, die uit waren lang geduurd. Nadat C.-4R.H. te 15.00 bevel had ontvangen, naar Rhenen te marcheren, had het tot 17 45 geduurd, voordat de opmars begon. Terwijl het regiment onder de oudste eskadrons commandant reed naar kp. 104.7 aan de kunstweg Amerongen-Rhenen, waar het te ongeveer 18.50 aankwam, was C.-4 R.H. met zijn toegev. hoofdofficier vooruitgereden naar C.-IV Div. 2) Hiervoor werd aangewezen 2-3 R.H. en de le Sectie van het M.E. 3) Hiervoor werd aangewezen 6-4 R.H. 4) Dit was de kapitein, die was uitgezonden om de bewegingen van de troepen van 11 Div. te coördineren (zie blz. 231, sub 2e).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 267