wond en versuft geraakte, doch zich na korte tijd weder in de loopgraven van de 2e Sectie in veiligheid kon stellen. Even later hoorde de vaandrig van achteren schreeuwen; hij begaf zich naar de Grift en vernam van de C. der 2e Sectie, dat zijn sectie op bevel van de C.C. op de 2e Sectie moest terugtrekken hetgeen in gedeelten werd uitgevoerd en waarbij een man verdronk. De vaandrig, die door hetgeen hij had uitgestaan, geheel overstuur was, trok door naar het N. en kwam terecht bij de le Sectie van 2-1-8 R.I. op de N. vleugel van deze Comp. Een gedeelte van zijn personeel trok langs kazemat S. 15. Daar bevond zich eveneens de sergeant met 5 man, die 's morgens munitie waren gaan halen. De bezetting werd medegesleept, nadat de mitr. onbruikbaar was gemaakt. Het gevolg was, dat de enige mitr., die de weg naar de Grebbesluis kon bestrijken, werd uitgeschakeld. Met de 3e sectie trok eveneens terug de bezetting van kazemat P. 11, die omstreeks het middaguur zwaar was beschadigd. In het middelste deel van het Hoornwerk werd in de vroege morgen munitie gehaald. Toen het artillerievuur in hevigheid toenam, een mitrailleur werd stuk geschoten, in het stekelvarken de munitie was verschoten en ook in andere op stellingen schade was aangericht, werd de stemming moedeloos. Omstreeks 10.00 zond de luitenant, S.C., een groep terug „om te zien of deze zich elders nuttiger kon maken". Deze groep is onder bevel van de Groeps-C. terecht gekomen bij kazemat G. 4, waar de C. der 2e Sectie-M.C. hem naar de loopgraven terugzond, doch de groep verdween. Omstreeks 12.00 hees de luitenant op het middelste deel van het Hoornwerk een witte zakdoek aan een bajonet, waarna het artillerievuur ophield; deze vlag werd, zoals is medegedeeld, door de soldaat Toelen weggehaald. Bij een poging om terug te trekken vielen een dode en enkele gewonden en de rest van de sectie was daarna niet meer te bewegen, uit de schuilplaatsen te komen. Eerst geruime tijd later werd het Hoornwerk door de vijand bezet, hetgeen gepaard ging met het oprukken van enige Duitse paw., die de stelling achter de Grift onder vuur namen en onbereikbaar waren voor het stuk pag., dat stond opgesteld in de kazemat P. 10. De Duitsers bezetten het noordelijke en middelste deel van het Hoornwerk en begonnen over de Grebbesluis in het terrein ten W. daarvan door te dringen en gelijktijdig zich meester te maken van de 2e en 3e Sectie van 1-1-8 R.I. De bediening van het kanon in kazemat P. 10 werd spoedig grotendeels gevangen genomen, terwijl een deel uitweek onder langs de berg 2). De vaandrig C. der 2e Sectie liet door een deel van zijn onvolledige sectie front N. maken, terwijl in front de aanvallers langs de Grebbedijk naderden. 261 De C.C. verklaart, een dergelijk bevel niet te hebben gegeven. 2) De sergeant-majoor, sectie C., is uitgeweken naar de stoplijn, waar hij door zijn C.C. werd aangetroffen en opdracht ontving, met het stuk van 1-IV Bat.Pag. naar voren te gaan. Het stuk is niet bij de sluis aangekomen; de sergeant-majoor is terecht gekomen onder aan de berg bij de 4e Sectie van 1-1-8 R.I.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 287