De beide groepen werden door achter de rugweer langs getrokken Duitsers in de rug genomen en overmeesterd. De kazemat S. 4a van de 3e Sectie was door een voltreffer onbruikbaar ge worden. Deze groep en de middelste groep van deze sectie werden eveneens in de rug beslopen en gevangen genomen, doch de meest Z. groep werd ongemoeid gelaten en was tot op 14 Mei nog op haar plaats. De Duitsers concentreerden nu alle krachten op de Grebbesluis, waar geen enkel vuurorgaan hen hinderde. Zij drongen naar het N., Z. en door de holle weg naar het W. op, gebruik makende van het gunstige terrein. De 3e Sectie zw.mitr., in de kazematten G. 5, G. 6 en G. 7, die de vorige dag en in de morgen van 12 Mei op verwijderde afstand veel en goed vuur had afge geven, was tegen de vijand nabij de sluis machteloos door begroeiing, omge schoten bomen, rook van een brandende boerderij enz. G. 5 en G. 6 konden geen vuur brengen westelijk van de kabelversperring (vóór het Hoornwerk) en G. 7 kon slechts vuren op de Grebbedijk oostelijk van de versperringen. De Duitsers vielen deze kazematten in de rug aan. De sectiecommandant was gewond door een scherf, had zich naar de hulp- verbandplaats begeven en vervolgens naar zijn C.C. (in de cp. van C.-I-8 R.I.), teneinde art.steun te vragen, doch kon daarna zijn sectie niet meer bereiken. Zijn opvolger, die zich in kazemat G. 7 bevond, meldde tijdens de afwezigheid van zijn S.C. aan C.-M.C., dat de Duitsers vlak bij waren en kreeg het verbod om terug te trekkendesondanks begaf hij zich naar de 2e Sectie zw.mitr. in kazemat G. 4, waar hij aan de strijd deelnam. De bezetting van G. 7 werd gevangen genomen; die van G. 5 en G. 6 week uit, gedeeltelijk naar het W., gedeeltelijk langs het voetpad, dat leidde naar de voet van de berg en onderlangs de berg naar de stoplij n. Enigen hunner namen elders (o.m. bij C.-I-8 R.I.)) aan de strijd deel, anderen trokken op Rhenen terug. De Duitsers breidden zich nu verder naar het W. uit en schoten te 17.00 kazemat G. 4 onbruikbaar, waarvan de bezetting terugtrok naar de zuidvleugel van de stop- lijn. Kazemat G. 3a op een bastion en de mitr.groep op het nevenliggende bastion werden niet aangevallen, zodat de bezettingen tot 14 Mei in hun opstellingen bleven. De Duitsers kwamen in het bosterrein ten Z. van de kunstweg geleidelijk in vuur gevecht met de stoplijn. Ten N. van de kunstweg werd de 2e Sectie van 2-1-8 R.I., waar reeds mitrail leurs onbruikbaar waren geschoten, in de flank en rug genomen, met het gevolg, dat zij naar het N. uitweek, te zamen met de delen van de sectie, afkomstig uit het noordelijk deel van het Hoornwerk. De C. van 2-1-8 R.I., die het terugtrekken van zijn 3e Sectie (Hoornwerk noord) eerst vernam, toen dit niet meer te herstellen was, gaf bevel dat de 3e Sectie de stellingen van de 4e (reserve) Sectie moest bezetten, welke gehavend was, geen mitrailleurs meer had en waarvan de sectiecommandant zich met een deel van zijn 262

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 288