met de vaandrig van de 3e Sectie van 2-1-8 R.I. (Hoornwerk) en de luitenant,
C. der 2e Sectie van die compagnie (Grift) met zijn mannen langs, die gezamenlijk
naar het N. trokken, doch daarna naar het W. uitweken L).
C.-4e Sectie, een vaandrig, bevond zich bij zijn C.C., toen bovenbedoelde
vluchtelingen door zijn loopgraven trokken. Hij nam daarna te 18.00 contact op
met de C. der 3e Sectie (een sergeant-capitulant), in wiens sectie veel schade door
artillerievuur was ontstaan, doch geen rechtstreeks contact met de Duitsers be
stond. Echter zaten alle mannen in de schuilplaatsen en daarbovenop stonden twee
geweren met witte handdoeken. De vaandrig liet het personeel weer stelling nemen
en de handdoeken verwijderen. Naar zijn sectie terugkerende verloor hij veel tijd,
doordat hij zich voor artillerievuur moest dekken. Hij vond van zijn sectie nog
slechts de noordelijke groep, de anderen waren weg, en maakte met die groep
front zuid, doch werd kort daarop door Duitsers in de rug besprongen en ge
vangen genomen. Hierbij bevond zich ook de C. der 2e Sectie (Grift) van 2-1-8 R.I.
De C.-3e Sectie was intussen met zijn mannen op een onjuist bericht van een
vluchteling naar de 4e Sectie getrokken en viel daar met het vallen van de duisternis
in handen van de Duitsers. Deze bevonden zich toen zowel op de O.oever van de
Grift als bij de gevechtsopstellingen 2). Deze sectie had 2 gewonden.
Het stuk pag. van de le S.-8 C.Pag., dat ongeveer ter hoogte van de N.vleugel
van deze Comp. stond, heeft door gebrek aan doelen geen schot gelost; de be
diening viel in handen van de Duitsers.
De bediening van de koepels G. 20, G. 21 en G. 22 is met de tirailleurs ver
dwenen. Het vuur van deze koepels was voor de Duitsers zeer hinderlijk geweest.
In de tussenverdediging van deze compagnie ontmoette de C.C. de vaandrig,
C. van de 3e Sectie (Hoornwerk) van 2-1-8 R.I. Hij gaf deze een opdracht, om
te zamen met koepel G. 26, G. 27 en vluchtelingen de zuidvleugel te verdedigen,
hetgeen de vaandrig niet heeft uitgevoerd. Hij ontmoette tevens de vaandrig, C.
van de koepels G. 27 en G. 28, die zeer onthutst was, omdat hij veel groepjes uit
de voorste lijn had zien weglopen en Duitsers voor de Grift zag. De kapitein
belastte die vaandrig met koepels G. 28 en G. 29, doch toen kreeg hij bericht van
het sneuvelen van de B.C. en moest hij op dit belangrijke ogenblik diens commando
gaan overnemen en zich in zijn eigen commando doen vervangen door de C. van
de le (bedreigde) Sectie, in wiens plaats nu de luitenant van 11 C.Pag. trad (zie
hiervoor).
In de dijk aan de Grift bevond zich een hulppost, die een aantrekkingspunt
vormde voor vele vluchtelingen. De officier van gezondheid, die de gewonden
over open terrein moest afvoeren, moest vele niet gewonden uit de hulppost jagen.
267
i
De luitenant en de vaandrig raakten elkaar kwijt. De vaandrig ontmoette bij kaz.G.27 C.-l-II-
8 R.I., die hem een opdracht gaf ter versterking van de rechtervleugel van de tussenverdediging.
De vaandrig is echter (toen enige van zijn mannen weg liepen) eveneens verdwenen, ontmoette
de luitenant weer, die inmiddels had getelefoneerd met C.-8 R.I. (zie boven), doch sloot zich niet
bij deze aan. Hij kwam terecht bij 3-II-8 R.I. en was te zeer gedemoraliseerd, om nog mede te
strijden.
2) Zoals later zal blijken, hebben de Duitsers tegen dit frontgedeelte een bataljon S.S.ers ingezet,
omdat het vuur hinderlijk was voor de langs de kunstweg oprukkende troepen.