het personeel dit voorbeeld volgen en zij smeekten de S.C. hen te laten terug trekken, hetgeen hij weigerde. In de dijk voelde de luitenant zich echter onveilig, weshalve hij zijn personeel, bestaande uit 2 sergeanten en 12 man met enig gaszoeklichtpersoneel en de be diening van kazemat G. 24, die hij ontdekte, deed stelling nemen met het front naar het zuiden in een 50 m achterwaarts gelegen opstelling, van welke verplaatsing een sergeant en een aantal mensen gebruik maakten om te verdwijnen. Het stuk pag., dat hij niet kon medenemen, liet hij onbruikbaar maken. In die opstelling bracht hij de nacht door, zonder dat er iets gebeurde, doch in de vroege morgen van 13 Mei werd hij verrast door Duitsers, die de opstelling in de rug namen, zonder dat zij te voren waren waargenomen. De gehele stelling aan de Grift bleek toen tot aan de Grebbesluis toe vol Duitsers. Deze hebben echter niet de cadet-vaandrig, C. der 3e Sectie met een deel van zijn mannen ontdekt en deze heeft zijn opstelling nog tot 15 Mei bezet gehouden. In de avond van 12 Mei, toen de duisternis inviel, hadden de Duitsers een bruggenhoofd ten W. van de Grift bezet, dat zich uitstrekte ongeveer van de scheidingslijn tussen le en 2e Comp.-II-8 R.I., zuidelijk langs de zuidvleugel van de tussenverdediging van 1-II-8 R.I., langs koepel B. 18 en verder tegenover de stoplijn van II en 1-8 R.I. tot de Rijn. De tegenstoten tegen de in de hws. binnengedrongen Duitsers In het voorgaande is medegedeeld, dat C.-8 R.I. 's morgens vroeg met C.-I-8 R.I. op de Grebbeberg was geweest, ontdekt had, dat 11-19 R.I. onverrichterzake was teruggekeerd en overigens niets had waargenomen, wat op een aanstaande aanval wees 1). Zij zijn naar hun cpn. teruggekeerd en later zijn door C.-8 R.I. per telefoon bevelen ontvangen om krachtige maatregelen te nemen tegen degenen, die hun opstellingen verlieten. Juist toen C.-8 R.I. ter uitvoering daarvan de nodige bevelen aan zijn B.C.n gaf, verscheen C.-II L.K. op de cp. (zie blz. 225 le alinea) en had het onderhoud plaats, dat C.-8 R.I. zeer griefde. Hij is daarop te ongeveer 11.00 zijn stellingen gaan bezoeken en trok langs de cp. van C.-II-8 R.I. (die zelf ook naar voren was), nam C.-8 C.Pag., die daar zijn opstelling had, met zich mede en begaf zich naar C.-I-8 R.I., door wie hij zich eveneens deed vergezellen en die hij op de hoogte bracht van hetgeen C.-II L.K. had menen te moeten opmerken. Aan de Heimersteinschelaan moesten C.-8 R.I. en de hem vergezellende offi cieren geruime tijd dekking zoeken tegen vijandelijk artillerievuur 2). Door een verbindingsloopgraaf en de loopgraven van 2-III-8 R.I. werd de 271 (Zie schets/kaarten Nrs. C. 4 en 8) x) Vermoedelijk was het S.S.regiment tijdelijk wat teruggegaan en het onoverzichtelijke terrein onttrok de Duitsers aan het gezicht. 2) Dit is het te 12.20 begonnen voorbereidingsvuur voor de aanval geweest.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 297