vaandrig, achter de rechter voorsectie als reserve volgde; hierbij bevond zich de C.C. met de commandogroep. De incomplete sectie zw.mitr. kreeg opdracht, de bosrand ter weerszijden van de Heimersteinschelaan onder vuur te nemen, doch aan deze opdracht werd niet voldaan. Ongeveer te zelfder tijd, dat deze aanval werd ingezet, ontving de C.C. bericht, dat van 20.45-21.15 geen vuur mocht worden afgegeven 4). Het gelukte de vóór sectiën niet om uit te breken en ook de kapitein, die te 21.45 trachtte, met zijn commandogroep en twee groepen voorwaarts te komen, slaagde daarin niet. Op dit ogenblik klonk uit de richting van de kunstweg Rhenen-Grebbe levendig geweer- en mitrailleurvuur en luid geschreeuw 2). Toen de kapitein daarop terugkroop in de loopgraven (van de 3e Sectie van 2-III-8 R.I.), vond hij aldaar grote verwarring, tengevolge van het in paniek binnen rennen van soldaten; die schreeuwden, dat de le Sectie (aangeleund aan de kunstweg Rhenen-Grebbe) door de Duitsers was genomen. Bij een verkenning vond hij de aangrenzende loopgraaf echter nog bezet door de 2e Sectie van 2-III-8 R.I. onder een vaandrig. De loopgraaf, waarin hij zich bevond, was thans overvol met personeel van 2-III-8 R.I., 3-II-8 R.I. en 1-II-19 R.I. De kapitein heeft daarna, vooral krachtig bijgestaan door een tweetal vaandrigs, gedurende de nacht orde geschapen en hardhandig optreden was nodig om de voor een deel gedemoraliseerde soldaten post te doen vatten aan de borstwering 3). De toestand bij de Heimersteinschelaan wordt gekarakteriseerd door een bericht van 22.15 van deze kapitein, luidende als volgt4). Een tweede bericht 4), van 22.30, luidde: Omstreeks middernacht zond de kapitein aan C.-I-8 R.I. een bericht, meldende de eigen toestand, de verliezen, de aankomst van talrijke vreemde soldaten in de loopgraven, en tevens een verzoek bevattende om toezending van handgranaten en levensmiddelen en om mededeling, of zijn compagnie de stoplijn moest blijven bezetten, dan wel zou worden afgelost. 275 „Volgens opdracht aanval ingezet te 20.45, 400 m uit de stoplijn teruggeslagen door hevig mitr.vuur. Te 21.45 opnieuw poging aangewend. Nu onder heftig eigen geweer- en mitr.vuur, zodat aanval niet kon worden doorgezet. Op het ogenblik is er geen doorkomen aan door vals bericht le Sectie stelling genomen door vijand. Een halve Comp. van allerlei Reg.nummers zit in een klein stukje loopgraaf. Tracht orde te herstellen en stoplijn weer in functie te krijgen.". „le Luitenant Wijnands 5) meldt mij op dit ogenblik, dat een groep ter sterkte van plm. 15 man vijand de stoplijn passeert.". J) Waarschijnlijk is, dat C.-I-8 R.I. aan de onderdelen in de stoplijn het bevel heeft gegeven, niet te vuren in verband met de aanval van 1-II-19 R.I. en dat dit bericht C.-1-II-19 R.I. zonder verder commentaar heeft bereikt. 2) Zie hieromtrent bij III-ll R.I. (blz. 283 en 284) en 2-III-8 R.I. (blz. 301). 3) Volgens hem was het loopgraafgedeelte aan de Heimersteinschelaan geleidelijk aan bezet door 80 man van verschillende regimenten, nl. van 8, 11 en 24 R.I. 4) Dit is een van de weinige authentieke, gedurende de strijd opgemaakte, berichten, waarover wordt beschikt. 6) Dit was de luitenant van deze compagnie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 301