vuurstoten, welke gevolgd werden door een onder luid geschreeuw plaats hebbende aanval van Duitsers, die blijkbaar door de stoplijn waren gedrongen 1). Na een kort handgemeen werden de wd. B.C., C.-M.C., een kornet van de Bt. 6 veld en vele anderen gevangen genomen, terwijl de C. van de le Sectie der M.C., de C.-Vbd.A. en de luitenant, die zich bij een der uit Rhenen nakomende sectiën bevond, sneuvelden. De Duitsers rukten verder op, de gevangenen met zich voerende en wat ervan het ter plaatse aanwezige deel van het bataljon niet was gesneuveld, gewond of gevangen genomen, verspreidde zich in het terrein of trok terug op het viaduct bij Rhenen. Een gedeelte daarvan, waaronder vijf luitenants, is in de duisternis in het drama bij het viaduct bij Rhenen terecht gekomen, dat bij 1-24 R.I. en bij de beschrijving van de uitvoering van zijn opdracht door kapitein der marechaussee Gelderman nader wordt uiteengezet. C.-2e Comp. ontsnapte aan gevangenneming, doordat hij zich meer verwijderd van de kunstweg ophield. Hij bracht de nacht door in het bos met zijn sergeant- toegevoegd, waar hij de volgende morgen door de luitenant-adjudant werd aan getroffen en gevankelijk naar C.-I-8 R.I. werd gebracht. Dat de beoogde versterking van de stoplijn door III-ll R.I. haar doel heeft gemist, is voor een belangrijk deel te wijten aan de B.C., die zijn C.Cn. niet vol doende heeft ingelicht omtrent de taak van het bataljon en te overhaast te werk ging bij de uitvoering van zijn opdracht, zonder enig verband met de Cn. ter plaatse op te nemen. Een en ander is nog verergerd, doordat hij gewond werd en, na nog enige tijd aanwezig te zijn gebleven, zonder een opvolger aan te wijzen en deze op de hoogte te stellen, vertrok. De stoot van de Duitsers had, naar uit de Duitse gegevens is gebleken, plaats onder bevel van C.-III/S.S.regiment, die na III-ll R.I. te hebben uit elkaar ge slagen, bovendien de rechter vleugel van 1-24 R.I. trof en zich vervolgens wist te nestelen in de timmerfabriek „De Stoomhamer" aan de oostzijde van de spoor weg tegenover station Rhenen. Achter de eerst doorgedrongen afdeling volgde, naar verschillende personen hebben gezien, nog een gesloten langs de kunstweg marcherende compagnie. 3-4 R-H. De C. van dit eskadron had te ongeveer 16.30 van C.-IV Div. de opdracht ont vangen (zie blz. 239), die luidde: Hem werden de nodige inlichtingen verstrekt, ook omtrent de opmars van III-ll R.I., doch vermoedelijk niet omtrent 1-24 R.I. 284 (Zie ook de luchtfoto op blz. 307) Zuid van de kunstweg en noord van de Rijn verband zoeken met infanterie in de stoplijn; zo deze nog is geformeerd, er doorheen gaan en de vijand in oostelijke richting verdrijven. l) Deze hadden paniek veroorzaakt op de rechter vleugel van 2-III-8 R.I. Hoe lang er bij III-ll R.I. is getalmd, blijkt wel hieruit, dat het bataljon te ongeveer 16.00 uit Rhenen was vertrokken en het signaal voorwaarts te ongeveer 17.30 is gegeven, terwijl de stoot der Duitsers te 22.00 moet hebben plaats gehad, dit alles op ongeveer 1000 m ten O. van het viaduct te Rhenen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 310