De ritmeester trok uit de verwarde toestand ter plaatse en het beschieten door
eigen troepen de conclusie, dat hij op dat ogenblik niet verder voorwaarts kon J).
Hij constateerde tevens, dat het terrein ten oosten van de loopgraaf ongeschikt
was om daarin aan te vallen (kreupelhout en brede prikkeldraadversperring) en
besloot, persoonlijk de D.C. te gaan voorstellen, de infanterie, welke de stoplijn
had bezet, terug te nemen, opdat het eskadron geen hinder meer zou hebben van
vuur van eigen troepen, en inmiddels, in afwachting van de beslissing van de D.C.,
met het eskadron een bruggenhoofd voor het viaduct te bezetten. Hij gaf C.-le
Peloton (tevens oudste luitenant) opdracht, met zijn peloton terug te gaan, aan te
sluiten bij de overige pelotons en gedurende zijn afwezigheid het commando over
het eskadron op zich te nemen.
Omstreeks die tijd trokken een aantal soldaten van 8 R.I. en III-ll R.I. in
paniek in de richting van het viaduct. De C. van het le Peloton mengde zich daar
tussen en bracht deze troep gedeeltelijk tot staan. Tezelfder tijd sloeg een be
spanning van de 11 Bt. 6 veld op hol, dat de berg afrende in de richting van het
viaduct. Hierop werd door personeel van 1-24 R.I., het bataljon dat juist oprukte,
het vuur geopend, ten einde het span tot staan te brengen. Het geheel maakte op
C.-I-24 R.I., die daar juist was aangekomen, de indruk van een vlucht en toen hij
de pelotonscommandant tussen de vluchtenden ontdekte, meende hij, dat ook
3-4 R.H. op de vlucht was, welk eskadron zijn rechter flank moest dekken.
De bevelen van de E.C. waren echter uitgevoerd, zodat het eskadron zich ten
slotte bevond ter weerszijden van de kunstweg, ter hoogte van de laatste huizen
groepen ten oosten van het viaduct.
Tijdens de afwezigheid van de E.C. verscheen ook ter plaatse de kapitein der
marechaussee Gelderman, die zich ingevolge de opdracht van C.-II L.K. (zie
blz. 227) met 14 marechaussees naar het viaduct had begeven om vluchtenden tot
staan te brengen en troepen, die ten aanval oprukten, aan te sporen. Deze dreef
met grote moeite een troep gedemoraliseerde soldaten naar voren, die zich angstig
tussen de huizen dekten en waarvan er velen deserteerden, zodat hij spoedig inzag,
dat deze troep voor vechten geheel ongeschikt was.
Onder deze omstandigheden vond hij ten oosten van het viaduct het eskadron
in de door de eskadronscommandant bevolen opstellingen en, menende, dat het
in de stoplijn moest zijn, gelastte hij de wd. E.C. en de andere pelotonscomman
danten, met hun troep naar voren te gaan.
De wd. E.C. deelde hem zijn opdracht mede en de kapitein heeft toen daarin
berust.
De ritmeester-eskadronscommandant was inmiddels op de cp. van C.-IV Div.
aangekomen en schilderde de toestand, die hij had gevonden in overdreven mate.
Hij ontving daarop van de kapitein van de generale staf van het H.K.V., die
als chef van de staf fungeerde, opdracht, zijn eskadron terug te nemen naar de
westzijde van de spoorbaan bij het viaduct, teneinde de spoorbaan hardnekkig te
verdedigen.
286
Deze conclusie was volgens C.-l-III-ll R.I. onjuist.