C.-2-I-24 R.I. wist zodoende niets meer van het linker deel van zijn compagnie, terwijl de rechter vóór- en rechter achtersectie door elkaar waren geraakt. Hij begaf zich in W. richting om verband met zijn B.C. te zoeken en trof een afdeling van III-ll R.I. aan. Er barstte artillerievuur los en de kapitein ontmoette eerst C.-3-4 R.H. en later een sectie van de 3e Comp., waarmede hij te midden van het geschiet bij het viaduct (zie hierna) is terechtgekomen en naar Rhenen is gegaan x). De luitenant, commandant der 3e Sectie zw.mitr., ingedeeld bij 2-1-24 R.I., had na een moeilijke opmars een stuk op de weg (Z.zijde) in stelling gebracht, terwijl het andere stuk mankeerde. Hij kreeg er echter het bovenbedoelde stuk van III-ll R.I. bij, dat op de weg in stelling kwam. Het terugtrekken van delen van de M.C.-III-ll R.I. had evenwel tengevolge gehad, dat er ook van zijn sectie personeel mede was teruggevloeid. Toen hij bij het noordelijk stuk was geweest en op de weg terugkwam, bleek het daar aanwezige stuk achterwaarts te zijn verplaatst, terwijl de stuks-C. en een aantal bedieningsmanschappen waren verdwenen. Hij is toen zelf het stuk gaan bedienen, bijgestaan door twee overgebleven soldaten en op dat ogenblik deden de Duitsers de bij III-ll R.I. vermelde aanval langs de weg. Bedoelde officier deelde hieromtrent mede, dat hij Duitse stemmen hoorde en daarop met de mitrailleur vuurde, toen na 150 schoten een hapering intrad 2), dat op hetzelfde ogenblik na een kort vuur en na het werpen van handgranaten onder geweldig tumult en geschreeuw de aanval plaats had. De ter plaatse aanwezige delen van III-ll R.I. en 1-24 R.I. stoven uit elkaar, de Duitsers maakten een aantal officieren, onderofficieren en soldaten gevangen en rukten, de gevangenen als dekking voor zich uit drijvende, door naar het viaduct. De luitenant S.C., in de arm gewond, kwam in het bos terecht en zag van achter een boom een Duitse patrouille van ongeveer 40 man met Nederlandse krijgsgevangenen oprukken. Hij werd ontdekt, wist enige Duitsers neer te leggen, en bereikte het viaduct, waar hij kapitein der marechaussee Gelderman inlichtte, die daar post had gevat met een zware mitrailleur. Ook de andere compagnieën waren niet in goede orde in de uitgangsstelling gekomen. De 3e Compagnie, welke noordelijk van de 2e Compagnie moest komen, sloeg onmiddellijk voorbij het viaduct links af. Achter een rij huizen werd de Comp. op een smal front opgesteld, gedurende welke handeling reeds uit verschillende richtingen werd geschoten en het onderling bevuren van de 2e en 3e Comp. plaats vond. Het gereedstellen ondervond daardoor vertraging en het was reeds donker ge worden, toen de C.C. deed voorwaarts gaan, waarna er spoedig artillerievuur viel. De C.C. zond patrouilles uit, om het verband met de 2e Compagnie te her- 290 1) Op 13 Mei heeft hij op verschillende plaatsen in Rhenen vertoefd en is nog op de cp. van C.- IV Div. geweest. Daarna heeft hij getracht, delen van zijn Comp. te verzamelen. 2) Enige soldaten zeggen, dat hij toen een lichtje aanknipte, om de storing op te heffen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 316