De inhoud van het verzoek van C.-I-8 R.I. aan de artillerie luidde woordelijk:
De vuren 143 en 144 waren voorbereide afsluitingsvuren voor de stoplijn zuid
van de kunstweg Rhenen-Grebbe en aan weerszijden van de Heimersteinschelaan
de vuren 165 en 166 waren voorbereide concentraties op dezelfde plaats als vuur
143 en op huize Heimerstein; de vuren 122 en 126 waren afsluitingsvuren voor
de frontlijn. (Zie schets/kaart Nr. C. 10).
Dit verzoek is belangrijk, want het is nooit ingetrokken en zeer waarschijnlijk
is het een der voornaamste oorzaken, dat op 12 en 13 Mei geen vuren voor de
stoplijn in de hws. op de Grebbeberg zijn gelegd, zodat de vijand vrij spel had,
zolang hij buiten de werking onzer infanteriewapens bleef.
De inhoud van de brief aan C.-II L.K. valt af te leiden uit het gereconstrueerde
dagboek van C.-II L.K., die schrijft, dat C.-I-8 R.I. mededeelde:
In dit bericht meldde C.-I-8 R.I. dus nog niets omtrent III-ll R.I., welk
bataljon toch reeds achter de stoplijn was aangekomen.
Kapitein Greter heeft zich (ongeveer 17.30) naar C.-II-19 R.I. begeven en uit
diens cp.het verzoek van C.-I-8 R.I. aan de artillerie doorgetelefoneerd, terwijl hij
de brief, bestemd voor C.-II L.K., medegaf aan C.-4 C.Pn., die toevallig naar
Doorn moest.
Op die cp. vernam hij het bevel, dat door C.-IV Div. aan de officier-bevels
ontvanger van III-ll R.I. was gegeven, inhoudende, dat dit bataljon de stoplijn
moest gaan versterken. Hij besloot, zich hierbij aan te sluiten en begaf zich op
weg. III-ll R.I. was toen echter reeds enige tijd geleden opgerukt, want, even
over het viaduct bij station Rhenen ving de kapitein 2 stukken 6 veld op, die
terugtrokken en die hij naar het bataljon terug zond. Nabij de stoplijn vernam hij
dat C.-III-ll R.I. gewond was afgevoerd en hij bezocht de stoplijngedeelten van
2-III-8 R.I. en 3-1-8 R.I., waar delen van III-ll R.I. waren ingezet. Met de C.
van l-III-ll R.I. had hij een onderhoud. Hij trof nabij de weg en in de bossen
talrijke gedemoraliseerde soldaten van III-ll R.I. aan, die zich in doodsangst in
de telefoongreppels dekten en trachtte, hen naar voren te brengen.
295
„Wordt verzocht vuur 143 en vuur 144 en 165 en 166 niet af te geven in verband met het uit
voeren van tegenstoten door Bat.reserve. Instede daarvan wordt verzocht vuur 122 en 126 af te
geven.".
„Stoplijn is intact. Vij. is op 150 m vóór de stoplijn tot staan gebracht. Een Comp. van 19 R.I.
met een S. zw.mitrs. heeft opdracht een tegenstoot te doen a cheval van de Heimersteinschelaan
tot aan de Grebbe. De re.Comp. van de stoplijn heeft eveneens opdracht om door een tegenstoot
den vijand over de Grebbe terug te werpen.
Voorste lijn en stoplijn hebben twee dagen onder hevig avu. gelegen waardoor hoornwerk en
koepels op den Grebbeberg buiten gevecht zijn gesteld. Thans ligt de stoplijn weder onder hevig
avu. uit richting Wageningen, vermoedelijk in stelling op den Wageningschen berg. Dat avu.
moet tot zwijgen worden gebracht; dit is op 11 Mei door mij tweemaal aan den R.C. gemeld."
C.-II L.K. heeft inderdaad aan zijn L.K.A.C. opgedragen, in nauwe voeling met C.-IV Div.
aandacht aan de artilleriebestrijding te wijden. Daar slechts zeer onnauwkeurige berichten van
de meetdienst binnen kwamen en onze vliegdienst feitelijk geen rol meer speelde, was afdoende
artilleriebestrijding echter niet mogelijk.