Er dient nog te worden medegedeeld, dat een sectie van 8 C.Mr., onder bevel staande van C.-II-8 R.I., was opgesteld in het stellinggebied van 11-19 R.I., 200 m Z.W. van kp. 25 aan de spoorweg. 1-46 R.I. Dit bataljon, slechts bestaande uit de le, 2e en 3e Comp., kwam tussen 21.00 en 21.30 in de stelling aan. C.-I-46 R.I. had de opdracht ontvangen, de stelling van 11-19 R.I. tussen de Rijn en kp. 25,5 te versterken en had, na een bespreking op de cp. van C.-II-19 R.I., opdracht gegeven, dat de 3e Comp. moest stelling nemen van de Rijn tot en met station Rhenen, de 2e Comp. tot kp. 24,5 en de le Comp. van kp. 24,5 tot kp. 25,5. Daarna kreeg hij opdracht van C.-II-19 R.I., de le Comp. te plaatsen in het van kp. 25 naar het N.W. omgebogen deel der stelling" De 3e Comp. vond in het haar aangewezen vak een sectie van 3-II-19 R.I. en een afdeling met een zw.mitr., die afkomstig was van 111-43 R.I. onder bevel van een sergeant-majoor. De compagnie werd opgesteld met drie sectiën aan de spoorweg en een sectie in reserve. Met 3-4 R.H. werd weinig verband verkregen. C.-2e Comp. kreeg verband met C.-3-II-19 R.I. en nam het linker gedeelte van de stellingen van die compagnie over te 21.00. De C.C. meldt, dat hij reeds dadelijk in aanraking kwam met vijand aan de overzijde van de spoorweg, ten gevolge waarvan een man sneuvelde. Er was echter op dat ogenblik geen vijand tegenover deze compagnie, doch aan de overzijde bevonden zich delen van 1-24 R.I. en ver moedelijk van III-ll R.I., die in het nachtelijk duister trachtten de westzijde van de spoorweg te bereiken. De le Comp. (drie sectiën sterk) werd met auto's vervoerd naar het haar toe gewezen stellinggedeelte, waar verband werd verkregen met 2-II-19 R.I., 2-II-11 R.I. en 4 M.C. In de avond werd vuur afgegeven op een naderende afdeling, die zich ontpopte als een sectie van 2-II-11 R.I. welke ten N. van kp. 25 de spoorweg had overschreden en verband zocht met C.-2-II-11 R.I. (zie bij 11-11 R.I.). C.-I-46 R.I. vestigde zijn cp. ongeveer 150 m verwijderd van C.-II-19 R.I. aan dezelfde kunstweg. Hij heeft zijn eigen compagnieën niet opgezocht en op 13 Mei een ordonnansenverbinding ingesteld, die slecht werkte. Hij bleef er onkundig van, dat 4 R.H. in de nacht aankwam en dat C.-4 R.H. met het bevel over alle troepen werd belast. De onveiligheid door schieten van zenuwachtige soldaten was zo groot, dat de gasofhcier en een korporaal, die een patrouille hadden gemaakt, nabij de cp. ge wond werden. 3-4 R.H. Dit eskadron had na terugkeer uit het voorterrein, zoals wij eerder reeds mede deelden, stelling genomen bij het viaduct met drie voorpelotons en een groep in reserve. 314 Dit was een bataljon van de Groep Betuwe van de strategische beveiliging, welke Groep uit de Óver-Betuwe op Brig. A was teruggetrokken. Hoe deze sergeant-majoor hier kwam, is niet bekend.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 340