Op 11 Mei waren eerst twee compagnieën en daarna in de avond de overige twee compagnieën verplaatst naar Vacantiekolonie (3 km N.O. van Amerongen), waar ook l-II Bat.Pag. was aangekomen. Van de le Comp. werd een sectie dekking van de cp. van C.-II Div., van de 2e Comp. werd een sectie ingedeeld bij 22 R.I. en op 12 Mei werden 4 stukken van de M.C. in het vak van 22 R.I. in de hws. geplaatst, die een sectie van 3e Comp. als geleide medekregen, welke sectie echter te 16.00 terugkeerde. Op 11 Mei was een detachement van 35 R.I. (sterk een luitenant en 60 onder officieren en manschappen) bij het bataljon ingedeeld. De B.C. genoot niet het volle vertrouwen van zijn officieren, als gevolg van zijn wijze van dienen en zijn tactische kennis 1). Te 12 Mei ongeveer 16.00 ontving hij telefonisch opdracht van C.-II Div. (als uitvloeisel van het bevel van de C.V.), het bataljon en 1-II-Bat.Pag. te verplaatsen naar de omgeving van Prattenburg, bij snijpunt van Cuneraweg en weg Veenen- daal-Elst in vt. 165-446 (café la Montagne), verder kortheidshalve aangeduid als Prattenburg. Het bataljon marcheerde gedeeltelijk per rijwiel, gedeeltelijk (personeel met karren) te voet. De B.C. reed per auto naar Prattenburg vooruit en kwam te 17.30 op het aangegeven punt aan, waar hij mondeling van C.-10 R.I. het volgende bevel ontving 2). De op de kaart aangewezen lijn liep van kp. 25 aan de spoorweg Rhenen- Veenendaal over de zuidelijke P.K. in Achterberg. Bij het bataljon werd een sectie van 2 stukken van l-II Bat.Pag. ingedeeld, terwijl deze compagnie (min een sectie) werd bestemd voor indeling bij 1-20 R.I. 3). Na ontvangst van de opdracht zag de majoor C.-II Div. aankomen en in de hoop, meerdere gegevens te kunnen verkrijgen, talmde hij, waarop hij door C.-10 R.I. tot grote spoed moest worden aangemaand. Hij deelde deze daarop mede, zijn cp. te zullen vestigen bij de Jeugdherberg Berg en Dal (vt. 167-443). Hij verzamelde vervolgens zijn C.Cn.de M.C. was nog niet aangekomen, zodat de C. van die Comp. eerst later bevelen ontving. De B.C. gaf de volgende bevelen: 320 „Bezet met Uw bataljon de lijn, die ik op de kaart aanwijs. Van de vijand is bekend, dat er patrouilles in het voorterrein zijn. De vijand is niet sterk, maar treedt uiterst brutaal op." 2e Compagnie met een sectie zw.mitr. bezet als rechter-vóórcompagnie de op de kaart aange geven lijn van de spoorweg tot 250 m naar het N.O. Naar rechts aansluiting zoeken met het achter de spoorlijn liggende bataljon; le Compagnie met een sectie zw.mitr. bezet als linker-vóórcompagnie de aangegeven lijn van de Verlengde Bovenweg tot Cuneraweg; C.-le Compagnie, die geruime tijd het commando over het bataljon had gevoerd, genoot juist wel het vertrouwen. 2) Dit was het door C.-IV Div. gegeven bevel. 3) l-II Bat.Pag. was ingedeeld in drie sectiën van 2 stukken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 346