VI Div. zou de Maas en de Waal overschrijden over de pontonbruggen bij Oijen en Tiel 1) met ongeveer 2/3 van de sterkte. Een regiment infanterie en een Afdeling artillerie moesten worden achter gelaten aan het Maasvak Maasbommel-Heerewaarden, ten einde de zuidflank van Brig. B te beveiligen. Deze troepen zouden daarna tijdelijk - totdat de terugtocht over de Waal zou zijn volbracht - onder de bevelen van C.-Brig. B treden. Ongeveer 1 /3 van VI Div. zou over de Maas gaan over een schipbrug bij Het Wlit. V Div. moest de Maas en Bergsche Maas overschrijden bij Hedel en Heusden. Een regiment infanterie en een Afdeling artillerie moesten de Waal bij Zalt- bommel overschrijden en het Waalvak tussen Varik en Opijnen bezetten, terwijl de rest van V Div. de Maas en Bergsche Maas zou bezetten, in aansluiting aan de Lt.Div. Aldus moest aan het einde van deze overtocht weerstand kunnen worden ge boden aan de Maas (in het Land van Maas en Waal) en in de Bommelerwaard, met als verbinding het Waalvak Varik-Opijnen. ad 2e: In de nacht van D+l op D+2 zou het gedeelte van III L.K., dat zich W. van Rossum bevond, achter de Waal worden teruggenomen, ad 3e: Het terugnemen van Brig. B zou afzonderlijk worden bevolen, waarbij de mogelijkheid bestond, dat zulks gelijktijdig met de 2e phase van de terugtocht van III L.K. zou plaats hebben. C.-III L.K. kon voor zijn legerkorpstroepen en -treinen beschikken over het gebied van het Oostfront van de Vg.Holland ten N. van de lijn Leerdam (niet inb.)-Lopik (niet inb.) en ten Z. van de Lek. Brigade B C.-Brig. B was niet ingewijd in de definitieve wijziging van het verdedigingsplan van ons land, voor wat Noord-Brabant betrof. Nochtans moest de verplaatsing van Brig. B over de Waal worden voorbereid en moest de brigadecommandant daarbij rekening houden met de verplaatsing van de O. vleugel van III L.K. eerst achter de Maas en daarna door zijn gebied over de Waal, welke moest worden gedekt door de brigade naar het O. en door daarvoor aan te wijzen troepen aan de Maas op de zuidvleugel van Brig. B. De aanwijzingen voor C.-III L.K. hielden daarom in, dat deze in aansluiting aan Brig. B een regiment infanterie en een Afdeling artillerie aan de Maas moest plaatsen, die tijdelijk onder bevel zouden treden van C.-Brig. B. Deze laatste ontving nu operatieve aanwijzingen, inhoudende, dat hij rekening moest houden met een mogelijke verplaatsing van III L.K. door zijn gebied, dat in dat geval zijn brigade op nader bevel eveneens terug moest over de brug bij Tiel, doch dat hij rekening moest houden met de doortocht van een deel der VI Div. door zijn gebied en dat een regiment infanterie en een Afdeling artillerie van die divisie tijdelijk onder zijn bevel zouden treden. 10 Er was in voorbereiding het slaan van een pontonbrug bij Dreumel-Zennewijnen, waarna over tocht over de Waal van een deel van VI Div. bij Tiel niet meer nodig zou zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 34