Dat deze laatste zich verder van dit zeer ernstige voorval niets aantrok, niet eens persoonlijk de D.C. van het voorgevallene op de hoogte stelde, is evenmin juist. Dat overigens C.-11-11 R.I. zich deze behandeling heeft laten welgevallen, spreekt voor zich zelf. Op de verdere gang van zaken bij dit bataljon wordt bij de beschrijving van de 13e Mei teruggekomen. Uit het volgende zal blijken, dat ook de afgrendeling bij 111-19 R.I. niet vol doende tot stand kwam. De gebeurtenissen bij 19 R.I. op 12 Mei 1940 (vervolg van blz. 212) Dit regiment, niet in front aangevallen, onderging zijdelings de invloed van de aanval op 8 R.I. Bij 111-19 R.I. waren op 12 Mei te 3.00 weder waarschuwende voorposten, ter sterkte van een officier en 12 man, ten oosten van de inundatie opgesteld. Nadat te ongeveer 12.00 en vervolgens te 15.00 Duitse patrouilles, respectievelijk naderende motorrijders, waren waargenomen, werden de voorposten terugge nomen. Te ongeveer 5.30 werd vuursteun verleend aan 2-II-8 R.I. door zw.mitrs. van de rechter sectie van M.C.-III-19 R.I.; daarna vuurden te ongeveer 11.00 de mitrs. in koepels 34 en 37 op vijandelijke motorrijders, die de inundatie naderden. In de namiddag heeft C.-IV Div. zijn bevel voor het hernemen der voorposten van 8 R.I. aan C.-19 R.I. toegezonden, wiens regiment met zware mitrailleurs moest steunen. Als gevolg van de bevelen van C.-19 R.I. deed C.-I-19 R.I. een sectie zw.mitr. verplaatsen naar het meest zuidelijke deel van zijn vak. Van daar uit werd te ongeveer 18.00 gedurende 10 minuten duurvuur afgegeven op de Egelsteeg e.o., waar de B.C. meende, vijandelijke artillerie te hebben waargenomen. Kort na vorenbedoeld vuur viel er vijandelijk artillerievuur op die sectie, dat geen verliezen veroorzaakte, doch dat een aantal verbindingen bij 1-19 R.I. ver brak, die gedurende de nacht van 12/13 Mei zijn hersteld. De verbroken ver binding met C.-19 R.I. was eerst te 13 Mei 6.00 weder intact. Door 111-19 R.I. zou steun worden verleend door de sectie 16 M.C. (Vickers) en de rechter sectie van M.C.-III-19 R.I. Dit ten oosten van Kruiponder voor bereid vuur zou worden afgegeven op een afgesproken lichtsein bij de Grebbesluis, doch dit sein is niet waargenomen. Te 16.30 werd het vuur echter afgegeven op verzoek van C.-2-II-8 R.I.; de daaraan deelnemende sectiën werden daarop beschoten door vijandelijk infanterie- geschut. Dat de aanval bij 8 R.I. niet werd uitgevoerd, doordat de Duitsers bij 8 R.I. de hws. binnendrongen, is niet aan C.-19 R.I. medegedeeld. Op deze dag werd toenemend artillerievuur in het vak van 111-19 R.I. ont- 332 (Zie schets/kaarten Nrs. C. 6 en 9)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 358