Tussen 21.00 en 22.00 berichtte C.-le Compagnie, dat de troepen van II-8 R.I. terugtrokken en een uitgezonden patrouille meldde te ongeveer 22.00, dat de cp. van 2-II-8 R.I. en de tussenverdediging van II-8 R.I. waren ontruimd. Deze bijzonderheden werden aan C.-19 R.I. bericht en C.-IV Div. werd door de R.C. van de gang van zaken op de hoogte gebracht. Men kreeg daarna de indruk, dat de Duitsers, gebruik makende van de duister nis, geleidelijk doordrongen tussen de opstellingen van 111-19 R.I. De stemming in het bataljon, vooral rond de cp. van de B.C. en bij de le Com pagnie, werd sterk beïnvloed door de gebeurtenissen bij II-8 R.I., door het artillerievuur, door de lichtsignalen, die men aanvankelijk op de Grebbeberg en later dichterbijkomend zag, door de verhalen der terugtrekkenden en de onzeker heid omtrent de toestand. Het ontruimen van de tussenverdediging bij 2-II-8 R.I. gaf C.-III-19 R.I. te ongeveer 22.30 aanleiding, een afgrendeling met het front naar het Z.O. tot stand te brengen; daartoe gaf hij de C.-le Compagnie opdracht, persoonlijk met de le Sectie tirailleurs en de sectie zw.mitr., welke in de stoplijn stonden, front Z.O. te maken en het bevel over de rest van de compagnie aan zijn oudste luitenant over te geven. Onmiddellijk daarop (ongeveer 23.00) ontving C.-III-19 R.I. bevel van C.-19 R.I. om, met behoud van troepen front oost aan de inundatie, met het bataljon front naar het zuiden te doen maken. Op verzoek van C.-III-19 R.I. gaf C.-19 R.I. tevens bevel aan C.-I-19 R.I. om twee sectiën, onder bevel van een kapitein, ter beschikking van C.-III-19 R.I. te stellen. C.-III-19 R.I. gaf uitvoeringsbevelen, die neerkwamen op het volgende: Er moesten drie lijnen worden bezet, nl. le. Z. en O.rand Achterberg, van Kn. Molen langs Hooge Steeg overspringende op Friesche Steeg en deze verder volgende; 2e. aan de Snijderssteeg; 3e. 200 m Z. van de Zuidelijke Meentweg. De sub le bedoelde lijn moest worden bezet door: - de stoplijn-sectie van de 2e Compagnie tussen Kn.M. en Cuneraweg, als ver bindingsdetachement met 11-11 R.I. - C.-le Compagnie met een sectie tirailleurs en de sectie zw.mitr. uit de stoplijn (volgens de reeds ontvangen opdracht) aan de Hooge Steeg; - vervolgens de oudste luitenant der le Compagnie met de rest dier compagnie (drie sectiën) en twee sectiën zw.mitr. aan de Friesche Steeg; 334 0 Vermeend werd, dat 11-11 R.I. zich bevond aan de kunstweg van kp. 25 aan de spoorlijn naar de noordelijke P.K. te Achterberg.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 360