Volgens mededeling van C.-2e Bt. werd het vijandelijk vuur van de vooruitge schoven stellingen verlegd naar de normaalstellingen, waarmede bewezen zou zijn, dat waarnemers in het terrein, in contact staande met de vijandelijke artillerie, de stellingen nauwkeurig observeerden De 4e Bt. heeft volgens de Bt.C. van 9.00 voorm. tot 21.00 zonder ophouden gevuurd, doch nauwkeurige opgave van de afgegeven vuren is niet voorhanden. Deze Bt., welke in April 1940 bij de Afdeling was ingedeeld, bestond bijna geheel uit personeel van de lichting 1940, dat vroeger nooit had geschoten. Op verzoek van de Bt.C. werd te 21.00 aan de bedieningen rust gegeven, daar vermoeidheid begon in te treden en geen gelegenheid had bestaan, een maaltijd te verstrekken; de nacht van 12/13 Mei ging daarop rustig voorbij. 11-19 R.A. Nadat deze Afdeling te 5.08 met een batterij vuur op Wageningen had gebracht, heeft zij niet meer aan het vuur kunnen deelnemen, daar zoals op blz. 223 is beschreven, de L.K.A.C. te 9.15 bevel gaf, de Afd. met kleine échelons te ver plaatsen; het resultaat was, dat slechts twee stukken van de Grebbeberg afkwamen, die gedurende de nacht bij Remmerden in stelling werden gebracht. Het personeel van de Afdeling (min deze stukken) verzamelde te Zuilenstein en werd daarna naar Leersum verplaatst. 1-15 R.A. (twee batterijen) In de voormiddag heeft de Afdeling niet gevuurd. In de namiddag was de gang van zaken als volgt: Te 14.05 gaf de L.K.A.C. opdracht om na een uur vuur af te geven op artillerie nabij Synagoge in 4 vuurstoten van 3 min., te verbruiken 200 bg.; dit vuur werd te 14.12 aangevangen, en op bevel van de Afd.C. te 15.24 en te 15.32 herhaald. Te 15.47 kwam de opdracht van de L.K.A.C.: „Vuur staken. Overgaan op doel Hoornwerk Afd. vuur." Dit vuur werd geopend te 16.16 en duurde tot 16.46. Te 16.52 werd het nogmaals afgegeven en op last van de L.K.A.C. tot 17.30 voort gezet. Te 17.37 kwam bevel van de L.K.A.C.: „Afsluitingsvuur 900 m vooruit en 250 meer (naar links) gedurende uur", welk vuur van 17.45-18.15 werd afgegeven. Nadat de Afdeling ter beschikking was gesteld van IV Div. voor steun bij de tegenaanval, kwam te 20.29 bevel van de D.A.C.: „Afd. gereed zetten op vuur 150, 100 m verder". Vuur 150 was een voorbereid afsluitingsvuur onmiddellijk ten O. van de spoorlijn en ten Z. van kp. 25. Te 20.30 werd, nadat men het stormvuursein meende te hebben waargenomen, aan de D.A.C.-IV Div. gevraagd, of het stormvuur moest worden afgegeven. Hierop kwam aanvankelijk antwoord, dat deze het niet kon beoordelen, doch te 20.50 beval de L.K.A.C., het stormvuur in geen geval af te geven, tenzij het sein duidelijk werd herhaald. 342 x) Of dit werkelijk het geval is geweest, dan wel een toevallige omstandigheid, is niet bekend geworden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 368