Te 21.00 beval de L.K.A.C., de Afdeling gereed te stellen voor hetzelfde af- sluitingsvuur als van 17.45-18.15 was afgegeven. Verder werd door de Afdeling op 12 Mei niet meer geschoten; zij had 546 brisantgranaten verschoten. De actie van de legerkorpsartillerie in het vak van de divisie was, samengevat, dus als volgt: 11-19 R.A.: te 5.08 op een waarnemingspost te Wageningen. 1-12 R.A.: 11.05-13.45, 17.00-18.38 op artillerie N.O. van Wageningen. 1-15 R.A.: 15.12-15.15, 15.24-15.27, 15.52-15.55 op artillerie ten W. van Wage ningen; 16.16-17.30: afsluitingsvuur op het Hoornwerk 17.45-18.15: het voorgaande afsluitingsvuur, doch 900 m verder en 250 m meer naar het N. Divisieartillerie Allereerst zal een overzicht worden gegeven van de bevelvoering van de D.A.C., die in nauw verband met de D.C. handelde. Gedurende de nacht van 11 op 12 Mei hadden de stellingveranderingen plaats bij I en III-8 R.A., waarbij de op de Grebbeberg opgestelde batterijen werden teruggehaald naar het gebied ten W. van de spoorweg. 2-III-8 R.A. was te 1.00 gereed in de normaalstelling nabij de Jeugdherberg. Te 5.19 ontving de D.A.C. bericht, dat van 1-8 R.A. de midden batterij (niet ver plaatst) en de linker batterij in de normaalstelling stonden, doch dat de rechter batterij deze stelling tengevolge van artillerievuur niet had kunnen bereiken en met verlies van enig personeel, een vuurmond (ontijdige springer) en twee caissons in de reservestelling was gekomen. Bij deze Afdeling waren alle verbindingen verbroken en slechts die met de D.A.C. spoedig weer hersteld. Te 0.30 en 3.14 was door een waarnemingspost van III-8 R.A. artillerie ten N.W. van Wageningen gemeld, terwijl te 5.25 bericht werd, dat de waarnemings posten van twee batterijen onder artillerievuur lagen en tijdelijk waren verlaten. Nadat te 5.30 kleine afdelingen bij Anna's hoeve waren gemeld, moest te 6.10 de waarnemingspost (Groenebank), met het beste uitzicht, worden verlaten. Nadat te 6.53 bericht was gekomen, dat 1-16 R.A. (van Brig. B) ter beschikking kwam (of dit met twee of drie Btn. was, wist men niet), werden voor twee Btn. de reservestellingen van 2 en 3-1-8 R.A. aangewezen, terwijl voor een derde Bt. een niet afgewerkte stelling werd bestemd. Toen C.-I-16 R.A. te 10.15 verscheen en was ingelicht, ging de D.A.C. met de Afd.C. verkennen, waardoor hij vrij lang van zijn cp. afwezig was en tenslotte werd de keuze tussen twee niet goede stellingen aan de Afd.C. overgelaten, die echter een derde stelling koos, weliswaar gedekt tegen luchtwaarneming, doch van 's vijands zijde in te zien en 150 m vóór een Bt. van III-8 R.A., met de waar- 343

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 369