nemingspost van die Bt. midden in de stelling. Deze Bt., die eerst bij duisternis in stelling kwam, trok dan ook op 13 Mei veel vuur en verloor twee vuurmonden, terwijl munitie in brand geraakte, een man werd gedood en enkelen werden ge wond. Te 10.42 werd op de 3e Bt. van III-8 R.A. met luchtwaarneming ingeschoten; de Bt.Lu.A. werd gewaarschuwd. Te 12.32 werd door de D.C. gelast, vuur te openen op Duitse motorcolonnes bij de Egelsteeg en de Slagsteeg, waaraan te 12.45 door 3-III-8 R.A. werd voldaan. Te 12.38 machtigde de L.K.A.C. de D.A.C. om met D.A. te vuren op artillerie, wanneer deze werd waargenomen. Dit had reeds bij herhaling plaats gehad en betrof voornamelijk kleine artilleriedoelen in het terrein van de (voorm.) voorpos ten 1). Op een verzoek te 12.52 van C.-II-8 R.I. om de afsluitingsvuren 123 (500 m ten O. van Kruiponder) 100 m dichter bij en 125 (750 m ten Z. van vuur 123) af te geven, gaf de D.A.C. opdracht aan III-8 R.A., op 123 met een Bt., op 125 met twee Btn. een vuurstoot van 3 minuten af te geven, waaraan werd voldaan en, na bericht, dat vuur 123 goed lag, werd dit vuur herhaald met een vuurstoot van 13.17 tot 13.20. Na een melding van C.-8 R.I. (via 1-8 R.A.) dat bij Synagoge (W.rand Wage- ningen) een Bt. was waargenomen en nadat de D.A.C. dit aan de L.K.A.C. had doorgegeven, kreeg 1-15 R.A. hiertoe opdracht, doch werd de D.A.C. bevolen, daarop eveneens te doen vuren. 1-8 R.A., reeds te 14.00 met inschieten begonnen (uitgaande van voorbereid vuur 102), gaf te 14.25, 14.45 en 14.59 uitwerkingsvuur af. Te 14.00 gaf de D.A.C. opdracht aan III-8 R.A., er op te rekenen, dat te 16.30 de tegenvoorbereidingsvuren 112 en 114, gelegen N. en Z. van de kunstweg naar Wageningen, 400 m dichterbij, moesten worden afgegeven, waaruit blijkt, dat toen toch het vermoeden van aanvalsvoorbereidingen bestond. Te 14.57 werd op een bericht, dat boven het vak van 111-19 R.I. een vliegtuig dezelfde aanwijzingen gaf als te voren reeds waren waargenomen voorafgaande aan artillerievuur, opnieuw artilleriebestrijding aan de L.K.A.C. aangevraagd en door 1-15 R.A. uitgevoerd op een vijandelijke batterij in de westrand van Wageningen. Te 14.50 werd op last van de D.C. aan 1-8 R.A. opgedragen, afsluitingsvuur 144 voor de stoplijn van 1-8 R.I. bij de Heimersteinschelaan af te geven, welke op dracht te 14.59 werd uitgevoerd en te 15.25 zou worden herhaald, doch op verzoek van C.-I-8 R.I. (via C.-I-8 R.A.) werd ingetrokken. Te 15.03 gaf de D.A.C. opdracht aan C.-III-8 R.A., de gereedstelling voor vuur 112 (zie 14.00) te doen vervallen en de daarvoor aangewezen (rechter) Bt. gereed te stellen op afsluitingsvuur 143 voor de stoplijn van 3-1-8 R.I., waarna 344 x) C.-II L.K. keurde (na de oorlog) het gebruik van de D.A. voor artilleriebestrijding af, maar wist niet, dat zijn eigen A.C. daartoe machtiging had verstrekt. Overigens was de afstand tot de cp. van C.-L.K.A. in Doorn zo groot en de verbinding zo moeilijk, dat sneller met D.A., geleid uit waarnemingsposten, op kleine artilleriedoelen kon worden gevuurd, dan dat de L.K.A. in actie kwam.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 370