Nadat dit was uitgevoerd, keerden C.-II Div., de D.A.C. en de beide regiments commandanten naar hun cpn. terug L). C.-II Div. kwam daar op 13 Mei te on geveer 2.00 aan. I-4 R.A., welke nog met stellingverandering bezig was, werd weder in de. oorspronkelijke stellingen geplaatst, terwijl de rechtstreekse steun aan 22 R.I. tijdelijk aan II-8 R.A. werd opgedragen. Bij de stellingverandering ontving 2-1-4 R.A. artillerievuur, waarbij 5 doden en 10 gewonden vielen. II-4 R.A. bleef ingeschakeld bij de tegenaanval. Uit hetgeen zich verder bij de divisie had voorgedaan en waarvan de berichten op de cp. van C.-II Div. waren binnengekomen, wordt verwezen naar hetgeen hieronder wordt medegedeeld. 10 R.I. (vervolg van blz. 220). Gedurende de nacht werden de voorposten door artillerie bevuurd. Te 5.30 in de morgen ging de vijand met steun van artillerievuur tot de aanval op de voor posten (11-10 R.I.) over ter weerszijden van de kunstweg en spoorweg Ede-Klomp. Als gevolg van de beschieting werden de telefoonverbindingen van de voorposten commandant met C.-10 R.I. en met zijn drie vakcommandanten, die gedurende de nacht weder geheel waren hersteld, verstoord. Onder de zware druk van de aanval vloeiden de voorposten terug en slechts van het middenvak kon de B.C. nog een klein gedeelte opvangen. De door ongeveer 40 man verdedigde commandopost van de B.C. kwam zelf onder druk te staan en, niet in staat, op het uitgestrekte front de troep weer in de hand te krijgen, trok de B.C. te ongeveer 10.00 eveneens op de hws. terug, waar hij verbinding opnam met C.-10 R.I. Deze gaf hem echter bevel, de voorpostenstrook onmiddellijk weder te doen bezetten. Van de voorposten was een deel langs de voorposten van 22 R.I. naar Renswoude getrokken en in handen van de Duitsers gevallen. Een ander deel was bij 10 R.I. in de hws. terechtgekomen en werd door de B.Cn. aldaar teruggezonden. Geleide lijk aan werden de opstellingen weder bezet, doch met een verlies van 100 man aan doden, gewonden en vermisten, terwijl 3 zw.mitr. en 7 lt.mitr. waren vernield en de bediening van een stuk 6 veld door een voltreffer buiten gevecht was gesteld. C.-10 R.I. zond later op de dag een sectie tirailleurs, enige lt.mitr. en bediening voor het stuk 6 veld ter aanvulling en des avonds waren de verbindingen hersteld en was het vertrouwen bij de mannen weergekeerd. Te 22.45 gaf 1-4 R.A. opnieuw een afsluitingsvuur voor de voorposten af. De Duitsers zijn niet in de voorpostenstrook doorgedrongen en het is lange tijd niet duidelijk geweest, waarom dit niet is geschied. Uit het dagboek van de Duitse 207e Divisie blijkt echter, dat het met een Afd. artillerie versterkte I.R. 368, als Korpsreserve te Ede de opdracht had, o.m. een aanval voor te bereiden, doch dat het regiment op initiatief van de R.C. ter weers zijden van de weg Ede-Klomp een aanval had ingezet. Daar dit niet de bedoeling 351 Tijdens de afwezigheid van de D.C. en zijn chef van de Staf was op diens cp. als verantwoordelijke man aanwezig een luitenant, die de studiën aan de Hogere Krijgsschool nog niet had voltooid.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 377