zich tussen de vps. en de hws. kleine Duitse patrouilles of enkele Duitsers be vonden, die op Nederlandse patrouilles vuurden. De C.C. begaf zich in de loop van de dag naar de hws. om het bevuren door eigen troepen te doen beëindigen en dat verminderde daarna sterk. 15 R.I. (vervolg van blz. 221). Bij dit regiment is te 7.45 de Potbrug (over de Lunterensche beek in de front lijn) vernield, waarbij de sluizen intact bleven, doch de electrische stroom werd uitgeschakeld, die door de P.U.E.M. werd hersteld. In de loop van de morgen werd bij de voorposten contact met een vijandelijke motorpatrouille verkregen op de weg naar Renswoude, die werd aangeschoten, zodat een Duitse luitenant met een soldaat konden worden gevangen genomen. Eerstgenoemde was in het bezit van een kaart van het stellinggebied (met de stellingen in opdruk), die via de chefs de C.V. bereikte en thans in het Archief van de Krijgsgeschiedkundige Afdeling berust. De luitenant behoorde tot het Wiel rijdersbataljon 227 (zie hierna). In de middag werden kleinere afdelingen gezien voor het linker voorpostenvak en na aanvraag werd daar een afsluitingsvuur door de artillerie gelegd. Te 17.30 werd een afsluitingsvuur gevraagd en afgegeven voor het rechter deel van het vak. Te ongeveer 18.00 werd te Scherpenzeel mortiervuur ontvangen, waardoor branden ontstonden. In het rechter voorpostenvak ontstond paniek en het grootste deel van de bezetting der voorposten vloeide, gedeeltelijk zonder wapens, terug op de cp. van de voorpostencommandant (C.-1-I-15 R.I.). Deze, menende, dat de vijand opdrong, kreeg na telefonisch overleg met C.-15 R.I. opdracht, om strijdend met de voorposten op de hws. terug te trekken, die te 23.00 werd bereikt, zonder dat er iets te strijden was geweest. Toen na verkenning bleek, dat Scherpenzeel niet door Duitsers was bezet, wer den de voorposten in de vroege morgen van 13 Mei weder naar hun opstellingen teruggezonden. Een groot deel heeft deze echter niet bereikt en de voorpostencommandant zelf vestigde zijn cp. aan de weg Scherpenzeel-Woudenberg, 1 km meer westelijk dan de oorspronkelijke. 207 I.Div. (Vervolg van blz. 222) De groepering van de divisie was: S.S.regiment in de aanval; I.R. 322 te Bennekom; I.R. 368 en I/A.R. 207 korps reserve te Ede; I.R. 374 te Arnhem. In de Betuwe de Panzerjagerabteilung en een eskadron wielrijders (Gruppe Brückner). Toen de nachtelijke aanval op de Grebbeberg door artillerie- en mitrailleurvuur 354 4. De DUITSE aanval op 12 mei 1940 (Zie schets/kaarten Nrs. C. 7, 8 en 9)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 380