niet kon worden doorgezet, werd deze uitgesteld tot 12 Mei op een tijdstip, dat zou afhangen van de uitwerking van het Duitse artillerievuur. Het artillerieplan was nu het volgende (aangegeven in Nederl. tijd). Behalve de reeds in stelling staande vier Afdelingen moest te 3.50 III/A.R. 311 in stelling staan,gereed tot vuren; II/A.R. 207 werd naar Heelsum aangetrokken. Van 11 Mei 22.50 tot 12 Mei 3.50 werd door twee Afdelingen storend vuur gelegd op Rhenen en meer noordelijk en te 2.50 had een vuuroverval plaats op de Grebbeberg. Na 3.50 werd het vuur vrij gegeven voor het vernielen van de Grebbelinie voor - III/A.R. 207 en III/A.R. 311 op de stellingen ten N. van de kunstweg Rhenen- Wageningen; - IV/A.R. 256 (min 12) en II/A.R.S.S. op die ten Z. van de kunstweg. Te 7.36 kwam 3-II/Flak 241 (één batterij luchtdoelartillerie) in stelling tussen Wageningen en Renkum, terwijl een sectie Flak van 2 cm werd ingedeeld bij het S.S.regiment. Te 8.20 werd I/I.R. 322 uit Bennekom naar het gebied ten O. van Wageningen aangetrokken. Te 8.35 werd II/I.R. 374 en 5/A.R. 207 (een batterij van II/A.R. 207) aange wezen om de in de Betuwe optredende Groep Brückner te versterken. De artilleristische voorbereidingen waren in de middag zover gevorderd, dat de vuurconcentraties voor de onmiddellijke voorbereiding van de aanval van 12.20 tot 12.40 konden worden afgegeven, waarna de aanval door het S.S.regiment te 12.40 werd ingezet met III/S.S.regiment tegen de Grebbesluis en II/S.S.regiment zuid daarvan langs de Grebbedijk. Het He Bataljon (op 11 Mei regimentsreserve) werd dus naast het Ille Bataljon ingezet. De sluisbrug bleek, niettegenstaande de hevige artilleriebeschieting, voor in fanteristen nog bruikbaar. Te 14.30 had III/S.S. zich doorgeslagen, door de in enkele weerstandsnesten en op bomen zich taai verdedigende vijand, tot op de open plaats in het bos a). Te 15.55 werd een tegenstoot van de Nederlanders afgewezen 3). Het gelukte het S.S.regiment, een bruggenhoofd te vormen, dat door II en III werd bezet en de pioniercompagnie van het regiment werd belast met het uit bouwen van de Grebbebrug 4). De flankering uit de stellingen ten N. van het bruggenhoofd tegen de kunstweg van Wageningen naar de Grebbesluis werd zodanig voelbaar, dat I/S.S.regiment daartegen werd ingezet. Te 16.20 had een aanval van 6 Hollandse vliegers (Fokker) plaats op het terrein 355 Beide partijen beweren dus van elkaar, dat zij uit bomen schoten. Aan Nederlandse zijde is dit niet gebeurd. 2) Dit open korenveld lag voor de loopgraven van 2-III-8 R.I. ten N. van de kunstweg. (Zie de luchtfoto's op blz. 188 en 192). 3) Dit was de tegenstoot van C.-II-8 R.I. 4) Hierbij werden Nederlandse gevangenen gedwongen, mede te werken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 381