ten N. van de weg Wageningen-Grebbe en in aansluiting daaraan een duikaanval op de onderdelen bij de Grebbesluis en op die sluis, welke aanvallen zonder veel uitwerking bleven. Te 18.50 hadden dooreengemengde onderdelen van II en III/S.S.regiment het O.deel van de Grebbeberg bezet, terwijl de vijand zich in de grendelstelling (be doeld is de stoplijn) bevond. Het sterke mitrailleur- en flankvuur en het artillerie vuur maakten aanvoer van versterkingen moeilijk. I/I.R. 322 was ter beschikking van C.-S.S.regiment gesteld en in opmars ten W. van Wageningen langs de Neder-Rijn. Bij de divisie werd St.-A.R. 22 4), de Beobachtungsabt. 30, de Mortierabt. 755 en de Rijnbeveiligingsabt. Nr. 2 2) ingedeeld. I.R. 322 (min I) werd naar de omgeving van Wageningen verplaatst. III/I.R. 368 werd van Ede naar Bennekom verplaatst. I.R. 374 (min II) werd naar het gebied ten W. van Oosterbeek aangetrokken. De beoordeling van de toestand bij de vijand luidde Het voornemen was, het bruggenhoofd gedurende de nacht vast te houden, op 13 Mei de aanval voort te zetten uit het bruggenhoofd in de richting Rhenen en uit de omgeving ten N.W. van Wageningen over de Grebbe in de richting Achter berg met als eerste aanvalsdoel de spoorweg ten N.O. en O. van Rhenen. De verliezen waren dragelijk. Op 11 en 12 Mei waren meer dan 1500 gevangenen gemaakt. Gedurende de nacht van 12 op 13 Mei stootte C.-III/S.S.regiment (S.S. Ober- sturmbannführer H. Wackerle) met delen van het bataljon door tot aan de spoor weg, tijdens welke stoot hij een vijandelijke batterij vernietigde 3). Door een nachtelijke tegenstoot werd hij van de rest van het regiment afgesneden en licht gewond. Hij richtte zich bij de spoorweg ter verdediging in en sloeg alle aanvallen af, doch er traden sterke verliezen op en hij werd voor de tweede maal gewond. Het bleek hem, dat de spoorweg en de O.rand van Rhenen sterk bezet waren. Uit het gebied ten N. van Rhenen vuurden ongeveer 6 vijandelijke batterijen, terwijl uit het gebied ten Z. van de Neder-Rijn (Opheusden) flankerend mitrailleur- vuur werd ontvangen, dat tot de middag van 13 Mei aanhield 4). Te 23.00 werden mondeling en later schriftelijk bevelen gegeven voor 13 Mei, die inhielden, dat I.R. 322 door het S.S.regiment heen zou stoten en Rhenen zou vermeesteren, terwijl het S.S.regiment moest aanvallen in de richting Achterberg. 356 Sterke weerstand met tegenstoten; met tegenaanvallen gedurende de nacht op het O. deel van de Grebbeberg moet rekening worden gehouden. 0 Dit was de D.A.C. van de 22e Div., die op 10 Mei rondom 's-Gravenhage uit de lucht landde. Deze Staf kwam ook voor in het luchtlandingsschema van 22 Div., doch heeft waarschijnlijk niet kunnen landen. 2) Dit was de flottille bewapende motorvaartuigen, die de Waal afzakte en bij Ochten onder Neder lands vuur kwam. Zie bij Brig. A. 3) Vermoedelijk is een verlaten batterij van 11-19 R.A. bedoeld. Dit was de stoot, die III-ll R.I. en 1-24 R.I. trof. 4) Dit was de M.C. van 1-46 R.I., die bij Brig. A tussen frontlijn en voorposten aan de Neder-Rijn was opgesteld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 382