In de loop van de middag bereikten delen van Wr.Bat. 227 Holevoet. De cp. van C.-S.G.Z. werd gevestigd O. van de school te De Glindhorst (2 km ten Z.O. van Achterveld, 5 km ten N. van Scherpenzeel). De cp. van de D.C. was sedert 7.20 gevestigd in Harskamp. De vijandelijke (Nederlandse) artillerie deed, blijkbaar met waarneming te Scherpenzeel vuurovervallen op Ebbenhorst (1 km N.O. van Scherpenzeel) en Renswoude, op elk dezer plaatsen met een batterijde (Nederlandse) waarnemings posten werden met een batterij (1/A.R. 697) bestreden. De binnenkomende berichten toonden aan, dat de vijand zeer sterk was, terwijl een steeds groter wordende inundatie een doorbraak bij Amersfoort (waarop de divisie moest aanvallen) onmogelijk deed schijnen. Op grond van de verkenningsgegevens scheen een doorbraak bij Scherpenzeel het gunstigst, daar men, door het wegnemen van Renswoude, in de Grebbelinie was binnengedrongen en de inundatie bij en ten Z. van Scherpenzeel nog niet ver was gevorderd. De D.C. deed nu een voorstel aan C.-Xe A.K., om met de gehele divisie bij Scherpenzeel aan te vallen, doch dit werd afgewezen; de Korpscommandant stond slechts een „Handstreich" op Scherpenzeel toe en beval, zich met de hoofdmacht in de omgeving van Barneveld voor de aanval op Amersfoort gereed te houden. Voor de Handstreich werd I/I.R. 328, onder bevel van Hauptmann Tougert, naar het gebied ten N. van Renswoude in mars gezet. Daar slechts één batterij de aanval kon steunen en de verkenning van de uitgangsstelling niet vóór de duisternis gereed kon zijn, is de Handstreich niet tot uitvoering gekomen. De D.C. wees er de Korps C. op, dat men niet met achterhoeden, doch met een sterke stelling te doen had en na herhaald aandringen werd tenslotte in het korps bevel voor 13 Mei de doorbraak door de Grebbestelling ten Z. van Scherpenzeel bevolen met scherpe concentratie van krachten en gevolgd door een stoot op Zeist. I/A.R. 207 (van 207 Div.), welke Afdeling onder bevel van C.-I.R. 368 (ten W. van Ede stond), werd bij de divisie ingedeeld. De D.C. gaf uitvoeringsbevelen voor een aanval tussen Scherpenzeel en Groep, waarop bij de beschrijving van 13 Mei wordt teruggekomen. d. DE STRIJD OP 13 MEI 1940 De strijd op 13 Mei bij II L.K. bracht bij IV Div. het falen van de tegenaanval en het ineenstorten van de afgrendeling, terwijl bij II Div. een Duitse aanval ten Z. van Scherpenzeel werd afgeslagen. De doorbraak bij IV Div. kon door het ontbreken van reserves niet meer worden hersteld en dientengevolge moest de C.V. de terugtocht op het Oostfront-Vg. Holland bevelen. Aangezien van de zijde van C.-II L.K. geen ingrijpende bevelen meer zijn ge geven met betrekking tot de in gang zijnde gevechtshandelingen, vóórdat de mis lukking een feit was geworden, zal begonnen worden met de beschrijving van de gebeurtenissen bij IV en II Div. 358

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 384