1. De strijd bij de ive divisie op 13 mei 1940 Hiervan zullen de volgende hoofdonderwerpen in beschouwing worden ge nomen: - de strijd in de hoofdweerstandsstrook bij 8 R.I.; - de verdediging van de spoorweg bij Rhenen en de ineenstorting daarvan; - de uitvoering en de mislukking van de tegenaanval en de gevolgen daarvan bij 19 R.I.; - het gebruik van de artillerie op 13 Mei 1940; - de bevelvoering van C.-IV Div. De strijd in de hoofdweerstandsstrook bij 8 r.i. 1-8 R.I. (vervolg van blz. 303) In de morgen van 13 Mei hervatten de Duitsers hun aanval ten N. en ten Z. van de kunstweg Grebbe-Rhenen en langs die kunstweg. In het stoplijngedeelte ten Z. van de kunstweg had C.-l-III-l 1 R.I. in de vroege morgen, te zamen met de luitenant-adjudant van dat bataljon, contact met C.-3-I-8 R.I. opgenomen en in verband met de zwakke bezetting besloten, naar C.-I-8 R.I. te gaan, om versterking te vragen. Te 5.00 begaven de beide officieren, vergezeld van twee hospitaalsoldaten, zich daarheen, doch de majoor kon geen hulp zenden. Op zijn last bleef C.-l-III-ll R.I. in zijn cp. achter, ten einde het bevel over een groep soldaten te nemen en de luitenant-adjudant keerde terug naar 3-1-8 R.I. Op weg daarheen trof hij in het bosterrein C.-2-III-11 R.I. aan, die hij op grond van zijn gedrag van de vorige dag en van zijn houding bij de ontmoeting als een verrader aanzag, weshalve hij hem onder bedreiging met zijn pistool naar C.-I-8 R.I. bracht, die het geval min of meer als een uiting van de heersende nervositeit beschouwde. De kapitein kreeg gelegenheid, zich enigszins te herstellen en de luitenant keerde terug naar 3-1-8 R.I. en nam daar verder aan de strijd deel. De zwakke bezetting van de stoplijn was doodop door gebrek aan slaap en de heersende spanning. Het moreel was niet zeer hoog meer en nu en dan dreigde paniek. In de vroege morgen waren door personeel van de hulpverbandplaats de ge wonden weggehaald. De aanval van de Duitsers kon aanvankelijk worden afgeslagen, doch in de loop van de morgen slaagden deze er in, vaste voet in het N. deel der stelling van 3-1-8 R.I. te krijgen, vanwaar zij deze konden oprollen en in de rug bedreigen. Onder deze druk moest C.-3-I-8 R.I., bijgestaan door de luitenant-adjudant van III-ll R.I. en zijn beide vaandrigs, naar het Z. uitwijken, waarbij met behulp van handgranaten de vijand op een afstand moest worden gehouden. 359 (Zie schets/kaarten Nrs. C. 9, C. 11, C. 12, C. 13 en C. 14, alsmede luchtoverzicht Nr. 1 (Zie schets/kaarten Nrs. C. 11 en 12)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 385