kazematten zijn gebouwd aan de overgangen over de grote rivieren en bij de voor naamste toegangswegen door de oude Grebbelinie, die permanent door politie- troepen waren bezet en slechts dienden voor het opvangen van overvallen in vredestijd. De nadelen van het Oostfront-Vg.Holland, zoals onvoldoende terreindekking vooral tegen luchtgevaar en onvoldoende dekking van Amsterdam en Utrecht hadden de oude Grebbelinie en de linie Ochten-de Spees meer in de militaire belangstelling naar voren gebracht, doch er zouden millioenen nodig geweest zijn, om van deze verouderde en gedeeltelijk vervallen vestingwerken moderne stellingen te maken, en hiervoor was ons volk nog niet rijp. De internationale toestand werd echter met grote snelheid zo dreigend, dat in 1938 werd besloten tot de aanleg van kazemattenliniën, bestaande uit scherfvrije betonkazematten (stekelvarkens en flankerende kazematten) en gietstalen koepel kazematten aan de IJssel, het Pannerdensch kanaal, het Maas-Waalkanaal en de Maas, vervolgens in de Peel, het Land van Maas en Waal, de oude linie Ochten- de Spees en de Grebbelinie. Deze kazemattenaanleg, waarvoor een Bureau stellingbouw werd geschapen, was bij het begin van de algemene mobilisatie in Sept. 1939 nog aan de gang. Hoewel de hoogste legerautoriteiten het grote voordeel inzagen van verdediging van het hart van het land in de Grebbelinie in plaats van het Oostfront-Vg.Holland, zou hiertoe eerst kunnen worden overgegaan, wanneer de Grebbelinie en daaraan aansluitend de linie Ochten-de Spees tot moderne stellingen zouden zijn uitge bouwd. Dit heeft vóór de algemene mobilisatie er toe geleid, dat aan de Grebbelinie het een en ander werd verbeterd en de genoemde kazemattenbouw plaats had, doch een doelbewuste ombouw tot een stelling had nog niet plaats. Slechts voetje voor voetje werden enige maatregelen genomen. Zo werd de door de Rijkswaterstaat reeds begonnen verbetering van de afwatering van de Geldersche Vallei aange grepen, om een doorlopende antitankgracht te verkrijgen en met grote mede werkingvan het Departement van Waterstaat werd die verbetering uitgevoerd; de verbreding en uitdieping van de Grift werd ter hand genomen en de aanleg van een nieuw afwateringskanaal bij Amersfoort versneld. Aangezien een doelbewuste stellingbouw nog niet voorop stond, kon bij deze werkzaamheden niet altijd aan de tactische eisen worden voldaan. Zo werd b.v. ten N. van de Grebbeberg de uit de Grift gegraven grond als een dijk opgezet tegen dit riviertje aan, met het gevolg, dat later de frontlijn aan die dijk moest worden gekozen, in plaats van op zodanige afstand er achter, dat vuur op de hindernis kon worden gebracht. Het ware noodzakelijk geweest, de uitgebaggerde grond naar achteren te verplaatsen, doch dit kostte te veel geld. Volgens de geldende tactische beginselen diende de frontlijn niet aan de Grebbe berg, doch een eind naar voren te worden gekozen, doch de consequenties hiervan waren van dien aard, en de tijd drong zodanig, dat dit practisch niet was uit te voeren. Bij de aanvang van de algemene mobilisatie was de Grebbelinie nog geen ver- 14

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 38