in de namiddag werden gevangen genomen; anderen trokken verder westwaarts
naar de spoorweg.
De loopgraven van de 3e Sectie waren, zoals reeds vroeger is medegedeeld bezet,
behalve door deze sectie, door een deel van 1-II-19 R.I. (waarbij de kapitein,
een luitenant, een vaandrig en een sergeant-majoor) en C.-3-II-8 R.I. met een
vaandrig en een dertigtal mannen, die aan de tegenstoot onder de B.C. hadden
deelgenomen.
De beide kapiteins hadden ieder een deel van de loopgraven onder hun bevel
genomen. Vooral dank zij het krachtige optreden van C.-1-II-19 R.I. was de ver
dediging zo goed mogelijk georganiseerd. Reeds vroeg in de morgen werden de
loopgraven onder hevig mortiervuur genomen en daarna nam de druk van de
vijand toe.
In het linker gedeelte werd een deel der loopgraven in elkaar geschoten en de
sergeant-majoor trok terug met een aantal mannen, waarbij hij sneuvelde.
Na een artillerievoorbereiding kwam de Duitse aanval te ongeveer 10.00 in grote
kracht los langs de Heimersteinschelaan. Te ongeveer 12.00 werd C.-1-II-19 R.I.
gewond in het gezicht; hij gaf het bevel over aan C.-3-II-8 R.I. en begaf zich naar
de verbandplaats, doch viel spoedig in handen van Duitsers, die elders reeds waren
doorgedrongen.
In de loopgraven vielen doden en gewonden en raakte de munitie op, zodat de
verdediging nu hier, dan daar werd opgegeven. Zelfs begonnen enkele soldaten
met witte lappen te zwaaien. De verdediging stortte ten slotte ineen en ook
C.-3-II-8 R.I. trok met het nog van zijn compagnie aanwezige personeel terug
naar zijn eigen commandopost, die hij heelhuids wist te bereiken (zie bij II-8 R.I.).
Naar schatting hadden de Duitsers omstreeks 13.00 de loopgraven van deze
sectie vermeesterd.
In dit stellinggedeelte heeft zich zeer goed gedragen de soldaat Chotzen, die bij
herhaling onder vuur berichten heeft overgebracht, wanneer anderen dit niet meer
aandurfden en die ten slotte, toen er over overgave werd gesproken, de wijk nam
naar de cp. van de B.C. 1).
Het achter de sectie opgestelde stuk 6 veld had door het schietgat weinig schoots
veld, doch heeft nog wel vuur uitgebracht. Toen de Duitse druk toenam en de
loopgraven leeg stroomden besloot de kornet, die zich bij het stuk bevond, terug
te trekken. Reeds tijdens het begin van uitvoering sneuvelde hij, evenals de be
diening van het stuk, met uitzondering van de wachtmeester, stuks C. en een
soldaat, die gewond werden. De wachtmeester heeft deze gewonde nog naar een
hulppost gebracht en heeft kans gezien, het viaduct bij Rhenen ondanks de nabij
heid van de Duitsers nog te overschrijden, vóórdat dit werd opgeblazen. In Eist
vond hij zijn Bt.C. en de vóór- en munitiewagens terug.
De Duitsers kwamen na het vermeesteren van de stoplijn, ten Z. van de kunst-
365
Deze dappere soldaat, dr. in de letteren en Jood, verklaarde na de capitulatie in 1940, dat hij
in de loopgraven eerst had beseft, wat hij aan zijn vaderland had misdaan, door zich in vredestijd
te hebben onttrokken aan de officiersopleiding en het petitionnement tot niet-aannemen van de
vlootwet te hebben getekend. Hij is tijdens de bezetting het slachtoffer van de Duitsers geworden.